1. C211 01 Jacob in Pniël Ab Klein Haneveld 01:18:28
  2. C211 02 Jacob in Pniël Ab Klein Haneveld 01:10:10
  3. C211 03 Jacob in Pniël Ab Klein Haneveld 01:00:04

Hoewel de Heer aan Jakob, een type van de Gemeente, allerlei zegeningen had beloofd, kwam hij telkens zelf in actie om die te verzilveren. Het duurde lang voordat hij zich bij Pniël aan Hem onderwierp en moest toegeven, dat zegen niet is gerelateerd aan eigen werken van de mens, maar aan vertrouwen op Gods Woord. Ook veel christenen proberen zelf te realiseren wat de Heer heeft gezegd te zullen doen. Omdat zij Zijn mededelingen over wat er staat te gebeuren, zoals “gij zult Mijn getuigen zijn”, niet als vrij nuchtere constateringen Zijnerzijds, maar als door hen zelf uit te voeren opdrachten beschouwen. Daarmee handelen zij ook in de lijn van Ezau, een beeld van het wettische Joodse volk. Naar analogie van diens jongere broer Jakob kreeg de Gemeente het eerstgeboorterecht. Ook al waren zij de tweede. De erfenis werd niet verkregen door eigen werken, maar is gewoon deel van Gods plan en Zijn genade.

“Ik laat U niet gaan, tenzij Gij mij zegent.”

 

https://www.bijbelspanorama.nl/

https://www.bijbelstudie.nl/