CHRISTUS IN DE STERREN

De hemelen vertellen Gods eer, en het uitspansel verkondigt Zijner handen werk. Psalm 19: 2

De twaalf sterrenbeelden, met elk drie "decaden", vormen met elkaar een prachtige uitbeelding van Gods Heilsplan dat Hij in Christus uitwerkt. Het is een van de manieren waarop God zich openbaart. Naast schriftuur en creatuur, laat God via de sterrenhemel de mens niet in het ongewisse over Zijn werk en Zijn eer. Wij mogen Zijn Eeuwige Kracht en Goddelijkheid verstaan en doorzien, in een wereld die de ware betekenis van de sterrenbeelden al lang kwijt is. Waar de satan probeert de Waarheid van "het uitspansel" te verduisteren, mogen Waarheidlievenden het volle licht aanschouwen dat de sterren uitstralen. De sterren zijn zo in meer dan één opzicht een licht in de "duisternis".

Laat u verrassen door het verhaal van Maagd tot Leeuw.


INLEIDING

Deze studie laat zien wat de Bijbel zegt over sterrenbeelden. Waartoe de sterrenbeelden dienen en welke Bijbelse betekenis er in sterrenbeelden ligt. Gods Woord maakt duidelijk dat de hele schepping “spreekt” over God. Dit komt onder andere naar voren in Romeinen 1: 18 – 20.

Romeinen 1:18-20 info
18. 
Want de toorn Gods wordt geopenbaard van den hemel over alle goddeloosheid, en ongerechtigheid der mensen, als die de waarheid in ongerechtigheid ten onder houden.
19. Overmits hetgeen van God kennelijk is, in hen openbaar is; want God heeft het hun geopenbaard.
20. Want Zijn onzienlijke dingen worden, van de schepping der wereld aan, uit de schepselen verstaan en doorzien, beide Zijn eeuwige kracht en Goddelijkheid opdat zij niet te verontschuldigen zouden zijn.

In dit gedeelte wordt gezegd dat de mens de onzienlijke dingen van God, namelijk Zijn Eeuwige Kracht en Goddelijkheid kan verstaan en doorzien. De mens kan deze dingen weten “uit de schepselen”, uit dat wat geschapen is, dus uit de hele schepping. Daarom is de mens ook niet te verontschuldigen,als hij de Schepper niet wenst te erkennen (Romeinen 1: 28) en er toe komt om “de waarheid in ongerechtigheid ten onder te houden” (Romeinen 1: 18). De schepping zelf getuigt van de Waarheid, namelijk van God. De natuur om ons heen spreekt (typologisch) over God en Zijn eeuwige kracht. Ook de hemel en alles wat daarin is, spreekt over God.

Hierover handelt ook het eerste gedeelte van Psalm 19.

Psalm 19: 2-9
2.
De hemelen vertellen Gods eer, en het uitspansel verkondigt Zijner handen werk.
3. De dag aan den dag stort overvloediglijk spraak uit, en de nacht aan den nacht toont wetenschap.
4. Geen spraak, en geen woorden zijn er, waar hun stem niet wordt gehoord.
5. Hun richtsnoer gaat uit over de ganse aarde, en hun redenen aan het einde der wereld; Hij heeft in dezelve een tent gesteld voor de zon.
6. En die is als een bruidegom, uitgaande uit zijn slaapkamer; zij is vrolijk als een held, om het pad te lopen.
7. Haar uitgang is van het einde des hemels, en haar omloop tot aan de einden deszelven; en niets is verborgen voor haar hitte.
8. De wet des Heeren is volmaakt, bekerende de ziel; de getuigenis des Heeren is gewis, den slechten wijsheid gevende.
9. De bevelen des Heeren Zijn recht, verblijdende het hart; het gebod des Heeren is zuiver, verlichtende de ogen.

Deze Psalm kent een tweedeling:

  1. de hemelen vertellen… Psalm 19: 1 – 7
  2. en de wet vertelt… Psalm 19: 8 – 15

“Vertellen” en “verkondigen” gebeurt normaal in en door de wet (de onderwijzing van God). In deze Psalm staat, dat ook de hemelen (het uitspansel) vertellen en verkondigen. Zowel de wet, als de zienlijke wereld (Johannes 1 :3) zijn voortgekomen uit het Woord van God en beiden spreken derhalve over God.

De genoemde tweedeling van de Psalm kan nog verder uitgebreid worden:

  • de hemelen vertellen.Vers 2 -5 a
  • wat in de hemelen is, Vers 5b-7
    namelijk de zon (beeld van de Zon der gerechtigheid) = Christus.
  • de wet vertelt. Vers 8-11
  • wat in de wet is, Vers 12 – 15
    namelijk uw knecht (beeld van de Knecht des HEEREN) = Christus.

De beelden, die in deze Psalm gebruikt worden, spreken over de Here Jezus Christus, Die de Zonne der gerechtigheid is (Maleachi 4: 2) en ook de Knecht des Heeren (Jesaja 42: 1).

Het eerste gedeelte van Psalm 19 laat zien hoe de hemelen spreken over Christus.
In vers 2 staat letterlijk:

…en Zijner handen werk wordt verkondigd door het uitspansel.

Dit vers is symmetrisch opgebouwd. “De hemelen” komt overeen met “het uitspansel” (volgens Genesis 1: 14 de plaats waar zon, maan en sterren staan). “Vertellen” is hetzelfde als “verkondigen” en “Gods eer” is “Zijner handen werk”. Hier staat niet: de hemelen zijn “Gods eer”, maar de hemelen vertellen Gods eer. De hemelen spreken over “Gods eer” en “Zijner handen werk”, namelijk over datgene wat God tot stand brengt.

Wij weten vanuit de Schrift wat God tot stand brengt. Hij geeft de Verlosser namelijk Christus en geeft door Christus’ wedergeboorte en brengt door Christus uiteindelijk een hele nieuwe schepping tot stand. Die nieuwe schepping is tot heerlijkheid van Hem. Daarover spreken nu de hemelen; over hoe die nieuwe schepping, die Zijn eer is, tot stand komt. Ze “vertellen” dus over Christus en Zijn werk.

Vers 3

“De dag aan den dag”, dat wil zeggen elke dag, wordt daarover door de dag zelf gesproken. En dat niet een klein beetje, maar de boodschap wordt “overvloediglijk uitgestort”. Elke nacht “toont” deze wetenschap. Wat er ’s nachts van de schepping te zien valt, zijn in hoofdzaak de lichten aan de hemel.

Juist die sterren spreken, zoals we nog zullen zien, uitvoerig over Christus. Dag en nacht op zich spreken ook over Christus. De dag spreekt over de openbaring van Christus (Efeze 5: 13). Een bewolkte dag spreekt over de verberging van Christus in de hemel. De nacht spreekt over een duistere wereld, waarin als enige Licht de Here Jezus Christus verschijnt (Jesaja 60: 1-3).

Vers 4

Het gebeurt niet met “spraak” en “woorden”. Letterlijk staat er vervolgens: “zonder gehoord te worden is hun stem”. De hemelen getuigen van Gods eer, namelijk Zijner handen werk, maar niet met een hoorbare stem en niet met hoorbare woorden.

Hoe prediken ze dan wel? Ze doen dat, doordat de dingen, die in de hemelen zijn, stuk voor stuk iets uitbeelden. Net zoals de tabernakel en de dingen in de tabernakel “van stuk tot stuk” spreken over Christus (Hebreeën 9: 5). De hemelen spreken door middel van typologische beelden en ook door wat de sterrenbeelden vertellen.

Vers 5

Hun prediking is een “richtsnoer”. Dit wijst op meten als met een meetstok, paslood, schietlood. Gods werk is aan maten gebonden. Het is volgens Zijn plan (bestek) vastgelegd. Hun verkondiging wordt hier “hun redenen” genoemd. De rede is het (gezond) verstand; redeneren is (logisch) nadenken en op grond daarvan conclusies trekken.

“De redenen” van de hemelen zijn dus logisch en de mens wordt geacht zijn gezond verstand te gebruiken om ze te verstaan. Met name wat de sterrenbeelden uitbeelden is alleen te begrijpen door er, zonder vooroordeel, over na te denken.

Vers 6

De zon is een “bruidegom” en een “held”.
Uiteraard is dat een beeld van de Bruidegom (Mattheüs 25: 1 – 13,e.a) en de Held (Zefanja 3: 17, e.a.) nl.Christus.

Vers 7

De zon is de bruidegom en is dus mannelijk. In het Hebreeuws is het ook een mannelijk woord. Mannelijk of vrouwelijk is een relatieve kwestie. De hemelen zijn vrouwelijk ten opzichte van God, omdat ze God omhullen. Maar ze zijn mannelijk ten opzichte van de aarde, omdat de aarde de hemelen omvat.

Dat wat in de hemel is, de zon, is dus per definitie mannelijk ten opzichte van de hemel. In de Nederlandse taal is het woord zon (helaas) vrouwelijk. Er zou moeten staan: zijn opgang, zijn omloop en zijn gloed.

Het Woord van God vertelt direct in het begin al over de sterren:

Genesis 1: 14-18
14
En God zeide: Dat er lichten zijn in het uitspansel des hemels, om scheiding te maken tussen den dag en tussen den nacht; en dat zij zijn tot tekenen en tot gezette tijden, en tot dagen en jaren!
15 En dat zij zijn tot lichten in het uitspansel des hemels, om licht te geven op de aarde! En het was alzo.
16 God dan maakte die twee grote lichten; dat grote licht tot heerschappij des daags, en dat kleine licht tot heerschappij des nachts; ook de sterren.
17 En God stelde ze in het uitspansel des hemels, om licht te geven op de aarde.
18 En om te heersen op den dag, en in den nacht, en om scheiding te maken tussen het licht en tussen de duisternis. En God zag, dat het goed was.

De lichten worden gesteld aan het uitspansel des hemels, oftewel het uitspansel, namelijk. de hemel. om twee redenen.

Ten eerste:
  • om scheiding te maken tussen dag en nacht (vers 14)
  • om scheiding te maken tussen licht en duisternis (vers 16)
  • om heerschappij te hebben over de dag en de nacht (vers 16)
  • om te zijn tot gezette tijden, en tot dagen en jaren (vers 14)
Ten tweede:
  • om te zijn tot tekenen (vers 14).

Dit zijn twee verschillende dingen. Om “scheiding te maken tussen dag en nacht” en zodoende te zijn tot “gezette tijden” is één. Door hun beweging langs de hemel fungeren de “lichten” als zodanig. Om deze functie te vervullen zijn er niet veel “lichten” nodig, namelijk minimaal twee. Het fungeren als “teken” is een andere zaak. De essentie van een teken is, dat het een betekenis heeft. Een teken heeft iets te “vertellen” (Psalm 19). Een teken is een zienlijk beeld van een onzienlijke, geestelijke waarheid. De lichten “verkondigen Zijner handen werk” (Psalm 19). Ze zijn een “teken” van hetgeen God tot stand brengt.

Ze spreken dus over de nieuwe schepping. Het zijn (voor)tekenen van het werk van Christus. Dat de sterren voortekenen zijn, is nog wel bekend in de astrologie. Waarvan ze voortekenen zijn, is/wil men inmiddels liever vergeten.

De astrologen denken ten onrechte, dat het voortekenen zijn in verband met het aardse leven van de mens in het algemeen (horoscoop). Het zijn echter voortekenen, die alleen betrekking hebben op die ene Mens, namelijk de Here Jezus Christus, en wat Die Mens tot stand zou brengen. De namen van de sterren(beelden) zijn, als men Gods Woord er naast legt, duidelijke verwijzingen naar (het werk van) Jezus Christus. Door hun namen, die door de Bijbel onderschreven worden, fungeren ze als “teken”. Om het werk van Christus uit te beelden zijn wel heel veel “lichten” nodig.

1. De Bijbel gebruikt namen van sterren en sterrenbeelden

God gebruikt in Zijn Woord bepaalde namen voor sterren en sterrenbeelden. Dit betekent dat God de namen erkent. Aangezien alle namen in de Bijbel een betekenis hebben, mogen we stellen dat God de betekenis van die namen ook onderschrijft. We onderzoeken eerst alle Schriftplaatsen waar sprake is van sterren of sterrenbeelden en hun namen.

2 Koningen 23: 4 – 5
4
En de koning gebood den hogepriester Hilkia, en den priesteren der tweede ordening, en den dorpelbewaarders, dat zij uit den tempel des HEEREN alle gereedschap, dat voor Baäl, en voor het beeld van het bos, en voor al het heir des hemels gemaakt was, uitbrengen zouden; en hij verbrandde dat buiten Jeruzalem in de velden van Kidron, en liet het stof daarvan naar Bethel dragen.
5 Daartoe schafte hij de Chemarim af, die de koningen van Juda gesteld hadden, opdat men roken zou op de hoogten, in de steden van Juda en rondom Jeruzalem, mitsgaders die aan den Baäl, de zon en de maan en de andere planeten en al het heir des hemels rookten.

De vertaling is in deze verzen nogal onduidelijk.
De volgende woorden worden in vers 5 gebruikt:

“Chemariem” () = afgodenpriesters (onvertaald gelaten).

“Baal” () = heer (onvertaald gelaten).

“Shemesh” () = (vertaald met) zon.

“Jareach” () = (vertaald met) maan.

“Mazzaloth” = () = sterrenbeelden, niet (zoals vertaald is): planeten. De laatste uitdrukking verwijst naar de sterrenbeelden van de dierenriem. -info-

Job 9: 7 – 9
7.
Die de zon gebiedt, en zij gaat niet op; en verzegelt de sterren; 8. Die alleen de hemelen uitbreidt, en treedt op de hoogten der zee; 9. Die den Wagen maakt, den Orion, en het Zevengesternte, en de binnenkameren van het Zuiden;

In vers 9 worden enige sterrenbeelden bij name genoemd en er wordt gezegd dat God ze heeft gemaakt!

Ash () = de Wagen = de (grote) Beer (Nieuwe Vertaling).
Beter zou zijn: de (grote) Kudde (zie sterrenbeeld “Ursa Major”).

Kesiel ()  = Orion. Het sterrenbeeld Orion is een beeld van de Heer, Die als het Licht (der wereld) zou komen (zie sterrenbeeld “Orion”).

Kiemah () = Zevengesternte = Pleiaden. Deze groep sterren is onderdeel van het sterrenbeeld Stier. Het is een type van de gemeente.(zie sterrenbeeld “Taurus”).

Chadereej themaan  () = (binnen)kamers van het Zuiden = “huizen” van het Zuiden. In de astrologie spreekt men vaak over een “huis”, in plaats van een “sterrenbeeld”. Mogelijk wordt hier gedoeld op sterrenbeelden, die alleen op het zuidelijk halfrond te zien zijn, zoals bijvoorbeeld het “Zuiderkruis”.

Deze sterrenbeelden maken geen deel uit van de 48 klassieke sterrenbeelden. Hier worden sterrenbeelden met name genoemd en gezegd dat ze door God gemaakt zijn. De Here heeft deze sterrenbeelden met hun namen aan de mensheid gegeven. Ze “vertellen” over het werk van de Here Jezus Christus.

Job 26: 10-13
10
Hij heeft een gezet perk over het vlakke der wateren rondom afgetekend, tot aan de voleinding toe des lichts met de duisternis.
11 De pilaren des hemels sidderen, en ontzetten zich voor Zijn schelden.
12 Door Zijn kracht klieft Hij de zee, en door Zijn verstand verslaat Hij haar verheffing.
13 Door Zijn Geest heeft Hij de hemelen versierd; Zijn hand heeft de langwemelende slang geschapen.

Job 26 spreekt over de grootheid van God en dat die grootheid blijkt uit de schepping. In dit hoofdstuk worden verschillende elementaire dingen van de schepping genoemd, namelijk dodenrijk, aarde, wateren, wolken, hemel en vervolgens “de langwemelende (snelle) slang”. Als we daarbij aan een letterlijke slang denken, dan hoort zo’n detail eigenlijk niet in de opsomming thuis. In het Hebreeuws staat er: nachash bariach (). Dit is de Hebreeuwse naam voor het sterrenbeeld “Draco”. De naam van een sterrenbeeld sluit beter aan bij de bovengenoemde reeks. Het sterrenbeeld “Draco” is inderdaad een lange, kronkelende slang.

Job 38: 31 – 32
31
Kunt gij de liefelijkheden van het Zevengesternte binden, of de strengen des Orions losmaken?
32 Kunt gij de Mazzaroth voortbrengen op haar tijd, en den Wagen met zijn kinderen leiden? 

In Job 38 worden veel elementaire dingen van de schepping genoemd. Aan die dingen worden weer, evenals in Job 26, sterrenbeelden gekoppeld. Ook hier komen we enige namen van sterrenbeelden tegen, namelijk: het Zevengesternte (Kiemah ), de Orion (Kesiel ), de Wagen (Ajish () = de (grote) Beer (zie ook Job 9: 9). Bovendien ook het woord Mazzarooth = () = sterrenbeelden = tekens van de dierenriem (zie ook 2 Koningen 23: 5).

Psalm 147: 4
Hij telt het getal der sterren; Hij noemt ze allen bij namen.

God bepaalt (telt) het aantal (getal) der sterren. Hij roept (noemt) ze alle bij name. God heeft alle sterren(beelden) een naam gegeven. Als God iemand of iets een naam geeft, dan heeft die naam een betekenis. Alleen door de betekenis van de namen van de sterren(beelden) kunnen ze tot een teken zijn (Genesis 1: 14).

Jesaja 13: 9,10
9
Ziet, de dag des HEEREN komt, gruwelijk, met verbolgenheid en hittigen toorn, om het land te stellen tot verwoesting, en deszelfs zondaars daaruit te verdelgen.
10 Want de sterren des hemels en zijn gesternten zullen haar licht niet laten lichten; de zon zal verduisterd worden, wanneer zij zal opgaan, en de maan zal haar licht niet laten schijnen.

Deze verzen spreken over de dag des HEEREN en over de oordelen, die in deze “dag” over de volkeren zullen komen. In verband hiermee worden “de sterren des hemels” (koochaw = ) en “zijn gesternten” (Kesiel = Orion) genoemd. De sterren en de sterrenbeelden zullen hun licht niet uitstralen, als de dag des HEEREN begint (zie ook Mattheüs 24: 29).

Jesaja 40: 26
26
Heft uw ogen op omhoog, en ziet, Wie deze dingen geschapen heeft; Die in getal hun heir voortbrengt; Die ze alle bij name roept, vanwege de grootheid Zijner krachten, en omdat Hij sterk van vermogen is; er wordt er niet een gemist.

Alle sterren, zonder dat er één mist, hebben een naam (zie Psalm 147: 4).

Jesaja 47: 12,13
12
Sta nu met uw bezweringen, en met de veelheid uwer toverijen, waarin gij gearbeid hebt van uw jeugd af; of gij misschien voordeel kondet doen, of gij misschien u kondet sterken.
13 Gij zijt moede geworden in de veelheid uwer raadslagen; laat nu opstaan, die den hemel waarnemen, die in de sterren kijken, die naar de nieuwe manen voorzeggen; en laat ze u verlossen van die dingen, die over u komen zullen.

Dit is de omschrijving van een astroloog “die de hemel waarneemt, die in de sterren kijkt, die naar (volgens) de nieuwe manen voorzegt”. De astrologen worden hier uitgedaagd om Babel te “sterken” en te “verlossen”. Dit is hun (in het verleden) niet gelukt en het zal ook (in de toekomst) niet lukken (Openbaring 18). Ook in Daniël 2 komen we deze “sterrenkijkers” tegen en het blijkt dat ze tot niets in staat waren. Daniël stond boven al deze “wijzen” van Babel, omdat God hem wijsheid en inzicht gaf.

Jeremia 10: 2
Zo zegt de HEERE: Leert den weg der heidenen niet, en ontzet u niet voor de tekenen des hemels, dewijl zich de heidenen voor dezelve ontzetten.

Tot Israël wordt gezegd, dat ze niet zouden vrezen voor de “tekenen des hemels”. De heidenen vreesden deze tekenen wel. Blijkbaar was er in die dagen al sprake van toegepaste astrologie evenals in onze tijd (horoscopen). “De heidenen ontzetten zich ervoor”; dat wil zeggen: Zij waren er bang voor. Zij hielden er dus rekening mee in hun leven. Dit is echter “ijdelheid” (Jeremia 10: 3), “want zij (de tekenen des hemels) kunnen geen kwaad doen” en ook “geen goed doen” (Jeremia 10: 5).

Israël wordt opgeroepen om – in plaats daarvan – te horen naar het Woord des HEEREN.

Amos 5: 8
Die het Zevengesternte en den Orion maakt, en de doodsschaduw in den morgenstond verandert, en den dag als den nacht verduistert; Die de wateren der zee roept, en giet ze uit op den aardbodem, HEERE is Zijn Naam.

Het Zevengesternte (Kiemah; type van de gemeente) en de Orion (Kesiel; de Heer in heerlijkheid) zijn door de HEERE gemaakt (zie ook Job 9: 7 – 9).

Handelingen 28: 11
11 En na drie maanden voeren wij af in een schip van Alexandrië, dat in het eiland overwinterd had, hebbende tot een teken, Kastor en Pollux. Het schip had als teken: Kastor en Pollux. 

In het Grieks staat: Dioskourois (). Dit is de Griekse naam voor het sterrenbeeld Gemini (= Tweelingen). In de Griekse mythologie heten zij Castor en Pollux, vandaar de vertaling. Misschien was dat de naam van het schip, maar het was zeker tot een “teken”. Deze Griekse naam wordt hier vermeld en er wordt van gezegd dat het een betekenis heeft.

Deze betekenis kan alleen maar uit de Griekse mythologie gehaald worden en in feite wordt daar naar verwezen. Dat betekent niet, dat de Bijbel al die mythologie onderschrijft. We komen hier later nog even op terug. De Tweelingen is een beeld van de komst van Christus in heerlijkheid. Deze tweede komst in heerlijkheid is samen met de gemeente, als Zijn lichaam.

We hebben nu alle (mij bekende) Schriftgedeelten gelezen waarin gesproken wordt over sterrenbeelden en waarin ook de namen van verschillende sterrenbeelden gebruikt worden. Bovendien wordt gezegd dat God de sterrenbeelden gemaakt heeft! Dus het (vaak vertelde) verhaal, dat onze voorouders naar de sterrenhemel keken en daar allerlei figuren (beelden) in meenden te ontdekken, is onzinnig. Probeert u zelf eens dat vrouwelijke figuur aan de hemel te ontdekken en dan moet u ook nog vast zien te stellen, dat ze (nog) maagd is.

De Bijbel zegt, dat de Here de sterrenbeelden gemaakt heeft en ze een naam gegeven heeft! Ook de wetenschapper heeft de sterrenbeelden niet bedacht, want astronomisch gezien is een sterrenbeeld een “onding”. De astronomen pleiten dan ook al jaren voor een indeling in sectoren, net zoals men met de aarde gedaan heeft (noorderbreedte – zuiderbreedte, oosterlengte -westerlengte). Dan is elke ster eenvoudig te lokaliseren aan de hand van twee coördinaten.

Sterrenbeelden zijn alleen tekeningen op een sterrenkaart. God heeft de sterrenbeelden “gemaakt”. Hij heeft de kaart van de sterrenbeelden ontworpen en de bijbehorende betekenis verteld. Via Adam of Seth of Henoch (in het boek van Henoch wordt ook over sterrenbeelden gesproken) zijn deze doorgegeven. Volgens de overlevering vindt de sterrenkaart zijn oorsprong bij Seth en is ze op natuursteen (mogelijk de piramide van Cheops) en baksteen (mogelijk in Denderah) vastgelegd (volgens geschiedschrijver Flavius Josephus). Zoals met alle (mondelinge) overlevering gebeurt, zijn ook deze sterrenbeelden en met name de bijbehorende betekenissen vervormd en verbasterd. Deze betekenissen zijn ons nagelaten door middel van de namen, die de sterren(beelden) hebben in de oude klassieke talen.

Wanneer we de namen van de sterren(beelden) in de verschillende talen bestuderen en vergelijken, blijkt inderdaad dat niet de namen op zich doorgegeven zijn. Als het alleen om de “naam van het beestje” gaat, worden de klanken overgenomen in de andere taal, zoals bijvoorbeeld gebeurd is met Jan (Nederlands), Johann (Duits) John (Engels) en Jean (Frans). Bij de naam van een sterrenbeeld blijkt echter dat men niet de klank, maar de betekenis van de naam heeft overgenomen.

In de klassieke oudheid wist men, dat de betekenis van de sterrenbeelden overgeleverd moest worden. Bovendien blijkt, dat de betekenis van die namen in de verschillende klassieke talen elkaar aanvullen. Zoals altijd gebeurt met overlevering, is er in de verschillende talen altijd wel iets verbasterd, ofwel verloren gegaan. Nemen we echter al die betekenissen uit de verschillende klassieke talen samen, dan hebben we (waarschijnlijk) het grootste gedeelte van de oorspronkelijke betekenis wel terug. We zullen dit bevestigd zien, als we de sterrenbeelden zelf bestuderen. In de tijd dat Latijn de “wereldtaal” was, werd de astronomie tot “wetenschap” verheven. Sindsdien worden de sterrenbeelden wereldwijd aangeduid met hun Latijnse naam.

De betekenis van de sterren(beelden) zijn ons ook in de vorm van mythologieën overgeleverd. Mythologieën zijn de klassieke verhalen over de goden en hun belevenissen en over hun bemoeienissen met de mensheid. Van oorsprong zijn het waarschijnlijk de begeleidende verhalen bij de sterrenbeelden. Vandaar dat vele van deze mythologische verhalen met: “En hij\zij werd door de goden als sterrenbeeld aan de hemel geplaatst”.

Veel van deze mythen zijn aan de hand van de Bijbel (vrij gemakkelijk) te herleiden tot hun oorspronkelijke waarheid. Dan spreken ze over God (Christus) en Zijn handelen met de mensheid. Daarom verwijst Handelingen 28: 11 ons ook naar deze mythologieën.

Ook al in de tijd van het Oude Testament was er onbegrip omtrent de betekenis van sterrenbeelden. Men ging er op een verkeerde manier mee om, zoals we gelezen hebben. In onze tijd,waar we veel astrologie en horoscopen tegenkomen, weet men nauwelijks nog iets van de oorspronkelijke betekenis. -info-

De dierenriem

De dierenriem is een reeks van twaalf sterrenbeelden, die de zon in zijn baan gedurende één jaar doorloopt. De Zodiac (dierenriem) kent twaalf tekens (twaalf beelden, die een betekenis hebben). Het getal twaalf heeft met regering op aarde te maken. Het is te vergelijken met: de twaalf maanden in een jaar = heerschappij van de tijd; de twaalf stammen van Israël = Israël zal over de volkeren heersen.

Naast de twaalf hoofdtekens van de dierenriem behoren bij elk hoofdteken nog drie tekens. Die worden “decaden” genoemd. Het woord “deca” betekent “tien”. Drie decaden duiden op de drie perioden van tien dagen, waarin een maand (= dertig dagen) verdeeld wordt. Bijvoorbeeld: naast “Virgo” (Maagd) zijn er de decaden “Coma”, “Centaurus” en “Boötes”. In totaal zijn er dus 12 x 4 = 48 sterrenbeelden op het noordelijk halfrond.

Als we het verhaal, dat de sterren(beelden) hebben te vertellen, willen gaan “lezen”, zullen we eerst moeten weten waar we dienen te beginnen. Volgens de astrologen ligt dit bij het sterrenbeeld “Ram” (voorjaar), in overeenstemming met de volkeren, die de jaren vanaf het voorjaar telden. Ze beginnen bij de zogenaamde “voorjaarsevening” (wanneer dag en nacht even lang zijn). Vanuit het Woord van God is gemakkelijk te begrijpen, dat de dierenriem begint bij “Virgo” (Maagd) en eindigt bij “Leo” (Leeuw). In de sterrenbeelden wordt immers de weg van de Here Jezus Christus uitgebeeld. Die weg begon bij de geboorte uit de maagd (Maria) en zal eindigen bij de Leeuw uit de stam van Juda (Openbaring 5), Die de heerschappij over de aarde ontvangen heeft/zal.

De Sfinx

Dit beginpunt wordt ook bevestigd door de klassieke overleveringen. Het houdt namelijk verband met de Sfinx , het raadsel van de klassieke oudheid. (Eudipus loste het op).

De enige Sfinx, die we kennen, staat naast de grote piramide van Cheops, in de hoogvlakte van Chizee in Egypte. Het is een stenen monument, waarvan de voorkant een vrouw/maagd voorstelt en de achterkant is het lichaam van een leeuw. Op het monument staat ook de naam van de Sfinx: “Reharmachis”. Vertaald betekent deze naam: “de weg van de zon”. De Sfinx is dus een uitbeelding van de weg, die de zon gaat.

Deze weg begint dus bij de “Maagd” (voorkant) en eindigt met de “Leeuw” (achterkant). De drie piramides in de hoogvlakte van Chizee staan in noord-zuid richting. De Sfinx staat 23/24 graden scheef daarop. Dit houdt verband met de hoek tussen de lijn van de evenaar en de lijn van de ecliptica (de baan die de zon doorloopt). Op de grote piramide van Cheops ontbreekt de top, de bovenste steen. Dit is een beeld van de positie van Christus, als de uiterste Hoeksteen (Hoofd des hoeks). Christus is nu verborgen in de hemel en daarom ontbreekt de bovenste steen.

Het genoemde beginpunt wordt nog een keer aangegeven door de klassieke oudheid. Op één van de oudste afbeeldingen van de dierenriem namelijk de Zodiac van Denderah in Egypte, wordt de Sfinx tussen de Maagd en de Leeuw afgebeeld. De naam Sfinx betekent letterlijk: “aanéénknopen”, “aanéénvoegen”. Door die afgebeelde Sfinx wordt het “knooppunt” gegeven van “de weg van de zon”. De Sfinx geeft dus ook in Denderah aan, dat de weg begint bij de Maagd en eindigt met de Leeuw.

Het is de weg van de Here Jezus Christus, Die uit de maagd geboren werd en uiteindelijk, als de Leeuw (van Juda), Zijn koningschap zal ontvangen. Volgens de klassieke oudheid zijn er drie “boeken” van de tekens van de dierenriem. Deze boeken dienen van rechts naar links gelezen te worden, net zoals het Hebreeuws. Beginnend bij de Maagd moet men dus naar links “lezen”, op de sterrenkaart met de wijzers van de klok mee, tot men eindigt bij de Leeuw.

Eerste boek: Maagd,Weegschaal, Schorpioen en Boogschutter.

Dit boek is de uitbeelding van de eerste komst van Christus (met name de vernedering van de Heer tot en met Zijn overwinning door de opstanding).

Tweede boek: Steenbok,Waterman, Vissen en Ram.

Dit boek is de uitbeelding van de gebeurtenissen ná de eerste komst en vóór de tweede komst (met name de tijd van de verborgenheid, het resultaat van de eerste komst).
Hierin vinden we veel gemeentelijke waarheden.

Derde boek: Stier, Tweelingen, Kreeft en Leeuw.

Dit boek is de uitbeelding van de tweede komst van de Heer (met name de toekomstige verheerlijking van de Christus)

2. De sterrenbeelden met hun decaden

  • I Virgo Maagd. Eerste decade Coma. Tweede decade Centaurus. Derde decade Boötes.
  • II Libra Weegschaal. Eerste decade Crux. (kruis) Tweede decade Lupus. (wolf) of Victima (slachtoffer) Derde decade Corona. (kroon)
  • III Scorpio Schorpioen. Eerste decade Serpens. (slang) Tweede decade Ophiuchus. Derde decade Hercules.
  • IV Sagittarius Boogschutter. Eerste decade Lyra. (harp) Tweede decade Ara. (altaar) Derde decade: Draco. (draak)
  • V Capricornus Steenbok. Eerste decade Sagitta. (pijl) Tweede decade Aquila. (arend) Derde decade Delphinus. (dolfijn)
  • VI Aquarius Waterman. Eerste decade Piscis Australis (zuidervis) Tweede decade Pegasus (vliegende paard) Derde decade Cygnus (zwaan)
  • VIl Pisces Vissen. Eerste decade De Band Tweede decade Andromeda (geketende vrouw) Derde decade Cepheus (Koning)
  • VIII Aries Ram. Eerste decade Cassiopeia (vrouw op troon) Tweede decade Cetus (zeemonster) Derde decade Perseus (breker)
  • IX Taurus Stier. Eerste decade Orion (Licht) Tweede decade Eridanus (rivier) Derde decade Auriga (herder)
  • X Gemini Tweelingen. Eerste decade Lepus (haas) Tweede decade Canis Major Derde decade Canis Minor
  • Xl Cancer Kreeft. Eerste decade Ursa Minor Tweede decade Ursa Major Derde decade Argo (schip)
  • XII Leo Leeuw. Eerste decade Hydra (slang) Tweede decade Crater (beker) Derde decade Corvus (raaf)


I. Virgo
(maagd)

  • Latijn: Virgo
  • Hebreeuws en (Syrisch): (bethula)
  • Grieks: (parthenos).
  • Arabisch: Adara en Sunbul
  • De korenaren: Aspolia

De maagd is afgebeeld met een korenaar in haar linker- en een palmtak in haar rechterhand. Het duidt op de dingen, die zij voortbrengt.
De korenaar is een verwijzing naar de “Spruit”, het “Rijsje” (Jesaja 11: 1). De palmtak duidt op koningschap (“intocht” in Jeruzalem; Mattheüs 21 en Lukas 19).

Er was een maagdelijke godin in Egypte (Isis) en bij de Grieken (Zeres). Zeres was de godin van de landbouw (vergelijk de palmtak en korenaar).

In de klassieke mythologie komt dit beeld van een maagdelijke godin vaker voor, maar de waarheid is vaak verbasterd en van de oorsprong verwijderd geraakt.
“Het zaad der vrouw” (biologisch gezien onmogelijk) is een Bijbelse term.

Het is een verwijzing naar Genesis 3: 15

En Ik zal vijandschap zetten tussen u en tussen deze vrouw, en tussen uw zaad en tussen haar zaad; datzelve, zal u den kop vermorzelen, en gij zult het de verzenen vermorzelen.

Vergelijk Jesaja 7: 14 en Mattheüs 1: 23 = “de maagd zal zwanger worden”.

Bijbehorende sterren:

  1. Spica = korenaar; Hebreeuws: tzemach = ; Arabisch: Al Zimach. De betekenis van alle drie is “spruit” (Jesaja 4: 2; Jeremia 23: 5 –  6 en Zacharia 3: 8; 6: 12).
  2. Zavyavah (Arabisch) = heerlijk sieraad.
  3. Al mureddin = hij, die nederdaalt (= de Heer Die mens werd); of: de wijnbouwer (Heer van de wijngaard, Israël); nieuw leven voortbrengend.
  4. Vindemeatrix (Aramees) = de komende (de spruitende tak; komst van de Heer; afgehouwen tronk van Isaï, die weer ontspruit (Jesaja 11: 1) (opstanding van Christus).
  5. Subilah of Subilon = korenaar, de dragende (dragen van de zonden, ondersteunen van de gelovigen); vergelijk Jesaja 46: 4 en Jesaja 17: 5.
  6. AI azal = de tak (Jesaja 18: 5).

Maagd: De Heer, Die uit de maagd geboren zou worden, zou neerdalen en nieuw leven voortbrengen (wijn, brood), via Zijn opstanding (spruit).

Eerste decade: Coma

Coma betekent “verlangen” of ” dat, wat verlangd wordt”. Af te leiden van het Hebreeuwse kama = ; in Psalm 63:2. Komt overeen met chamad = = begeren (Psalm 19: 10; Jesaja 53: 2 en Haggaï 2: 8). Coma is een vrouw (maagd) met een jongetje op haar schoot.

Egyptisch: Shesnu = de verlangde zoon (= Jezus). Shes = zoon (vergelijk de naam Mozes).

Bij de Grieken veranderd: Haar van Berenice, een vrouw van de koning van Egypte (Ptolemaeus III) = legende.

Latijn: Coma = haar; Grieks: komè = haar. In een moderne sterrenkaart als een pruik (haar) afgebeeld. Er zijn geen namen van sterren hierin bekend.

Een Arabier: Albumazar in de achtste eeuw voor Christus = een jonge vrouw met een jongetje, dat met de Hebreeuwse naam Ihesu of leza (Jezus Christus) genoemd wordt (vergelijk pagina 34 in “Witness of the stars”).

Oude oosterse traditie: In dit teken zou een nieuwe ster verschijnen als deze verlangde zoon zou komen/geboren was (vergelijk Numeri 24: 7, ster uit Jakob). Deze ster verscheen een eeuw voor de geboorte van Jezus en was zelfs overdag nog te zien. Na de geboorte van de Here Jezus was ze alleen nog maar ’s nachts te zien. Wordt als een nieuwe ster (nové) beschouwd. Het was niet de ster van Bethlehem.

De wijzen waren eigenlijk “magiërs” (Grieks: magos). Zij waren van een godsdienstige sekte uit de Chaldeeën (afstammelingen van Zarathustra of Zoroaster). Zij hadden uit de sterren afgeleid, dat de Koning der joden geboren was en trokken met geschenken naar Jeruzalem. De wijzen brachten geschenken mee die een uitbeelding zijn van aspecten van het leven van de Heer. “Goud” wijst op koningschap en op de nieuwe schepping. “Wierook” duidt op Zijn hogepriesterschap, terwijl “mirre” op het lijden betrekking heeft.

Deze geschenken waren een uitdrukking van hun inzicht in de komst van de Messias. De ster van Bethlehem was volgens een astrologisch verhaal een conjunctie van Jupiter, Saturnus en Mars, die tijdens de geboorte van Jezus zou plaats hebben gehad. De ster werd in één jaar drie keer gezien en zou de weg geleid hebben naar Jezus in Bethlehem. Dit zou in het jaar 7 vóór Christus gebeurd zijn. Een dergelijke conjunctie komt overigens regelmatig voor.

Tweede decade: Centaurus

Dit is een paard/mens samen. Mens = Zoon des mensen.
Paard = koningschap van de Heer. Staat zuidelijk aan de hemel. Tussen de benen is een kruis (Crux) afgebeeld. De Centaur draagt een schild en een speer, waarmee hij de vijand (Lupus = wolf; of Victima = slachtoffer) vernietigt. Hebreeuws: Bezeh (= ) = veracht (nivzeh = ); Jesaja 53: 3 ook in Hebreeuws: Asmeath = schuldoffer; Jesaja 53: 10.

Arabisch: Al beze = de verachte.

Grieks: Cheiron = de doorstokene (Openbaring 1: 7) of: hij, die doorsteekt.

Mythologie: Cheiron was beroemd om zijn muziek, medicijnen, profetie; voedde de goden op.
Toch was hij de verachte.

Vergelijk: Achilles werd gedood door een giftige pijl, die niet voor hem bestemd was. Hiel, zie Genesis 3: 15. Hij was onsterfelijk, maar stierf toch. Hij droeg zijn onsterfelijkheid over aan Prometheüs.

Beeld van de Here = Jezus = Christus. Jezus, Zoon van God; oorspronkelijk eeuwig levend bij God. Hij stierf door slangengif (de werking van de satan), gaf eeuwig leven door aan Christus, de opgestane Heer.

Bijbehorende sterren

  1. Toliman = hiervoor en hierna; al geweest en nog komende; Jezus Christus is de Eerste en de Laatste, het Begin en het Einde.
  1. Hadar = het woord (verkorte versie van ha davar = ;
    Christus is het Woord van God (Johannes 1: 1 – 2).

Derde decade: Boötes

Boötes is een hollende man met een speer (staf) en een sikkel.

Hebreeuws: Bo = = de Komende; Hij, Die komt om te oordelen (Psalm 96: 13); Christus. Sikkel = oogst (voleinding der eeuw; zesde bedeling; oordeel over de volkeren.
Ook: Hij, Die komt om de wil van de Vader te doen Hebreeën 10: 7 – 9).
Sikkel; Openbaring 14: 15 – 20.
Arabisch: Merga = hij, die verbreekt;ijzeren roede/staf (Openb. 19: 15).
Grieks: Boötes = ploeger.
Egypte: Bau Smat = de komende, die regeert/onderwerpt = de Here Jezus Christus in Zijn wederkomst.

Bijbehorende sterren

  1. AI katurops = roede, stok, staf.
  2. Mirac = snel komend (als een pijl).
  3. Mizar of Izar = de (be)waker.
  4. Muphride = de verdelende. Hierin zit het woord peri (= ), vrucht. Hij, die scheiding aanbrengt.
  5. Arcturus = Hij, die komt.
  6. Nekkar = de doorstokene (Zacharia 12: 10).

Het beloofde Zaad van de vrouw is de Waker, Die zal komen en de volkeren zal onderwerpen, scheiding brengende (Mattheüs 25: 31 – 34). Hij is de Doorstokene, maar zal als Koning heersen. Hij waakt nu, terwijl Hij op Zijn koninklijke macht wacht.


II. Libra
(Weegschaal)

  • Latijn: Libra (= wegen; Vulgata: Jesaja 40: 12). Het is een balans, die in rust is. Er hoeft maar één keer gewogen te worden. Het gaat om het wegen van een prijs (o.a. Jeremia 32: 9,10) Dit is de losprijs voor de verlossing en verzoening.
  • Akkadisch: Tulku = heilig (ku) altaar (tul).
  • Hebreeuws: Mozanaïm = oykzam = weegschaal (twee schalen) om te wegen; Spreuken 16: 11 en Job 31: 6.
  • Arabisch: Al Zubena = de prijs, losprijs.
  • Koptisch: Lambadia = plaats van de verzoening. Lam = genade; badia = tak of arm; genade door de arm/tak = tak in de arm van de maagd. Schorpioen strekt klauwen uit naar de weegschaal. In de oude Chaldeeuwse versie van de tekens, soms beide afgebeeld: weegschaal dan als een rond altaar. Altaar = weegschaal; gedachte: prijs, losprijs via het altaar = leven van Jezus voor de wereld; Mattheüs 20: 28   Markus 10: 45 en 1 Timotheüs 2: 6.
  • Grieks: zugos (= zugoz = juk) Openbaring 6: 5 – 6: vertaald met “weegschaal”; zwart paard; afwegen van een maatje tarwe en drie maten gerst voor één penning = honger.
    “Wegen” wijst ook op oordeel; Daniël 5: 27: “thekel” =  = in weegschalen gewogen, maar te licht bevonden.

De Weegschaal duidt op:

  1. losprijs = Here Jezus gaf Zijn leven als losprijs.
  2. oordeel = Jezus Christus oordeelt; geloof of ongeloof.

Bijbehorende sterren

  1. Zuben al Genubi = de prijs is ontoereikend (te weinig); Psalm 49: 8; 62: 10; bloed van stieren en bokken neemt de zonde niet weg (Hebreeën 10: 11; 9: 11,12).
  1. Zuben al Chemali of Zuben el Shemali = de prijs is toereikend. Openbaring 5: 9 (gekocht met het bloed van het Lam); Johannes 1: 29, Johannes 1: 36 (Lam Gods,Dat de zonde der wereld wegneemt). Andere naam: AI Gubi = de hoop; dat, wat zich ophoopt.
  1. Zuben Akrabi of Zuben al Akrab = de prijs van het conflict, van de strijd. Strijd tussen het zaad van de slang en dat van de vrouw. Overwinning van Jezus Christus door Zijn dood en opstanding.

Joden in overlevering: weegschaal aangeduid met de letter taw ( = 400) = 400 = kruis = Golgotha; de plaats,waar de losprijs betaald werd.

Altaar = plaats van het offer (vergelijk Abraham offerde zijn zoon; God offerde Zijn Zoon; (Johannes 3: 16).

Eerste decade: Crux (kruis)

Komt overeen met de laatste letter van Hebreeuwse alfabet, de taw ( = 400), die als betekenis “teken” of “kruis” heeft. Duidt volgens Filippenzen 2: 8 op vernedering.

En in gedaante gevonden als een mens, heeft Hij Zichzelven vernederd, gehoorzaam geworden zijnde tot den dood, ja, den dood des kruises.

Kruis = Zuiderkruis, (nu op het zuidelijk halfrond, gebruikt voor navigatie).

Zuiderkruis staat tegenover Noorderkroon (duidt op verheerlijking).

  • Hebreeuws: Adom (niffal van damah =  van damam = ). Dit betekent: “afsnijding”, “uithouwing” maar ook “rood” (adoom = ). Afsnijding; Daniël 9:26, de Messias uitgeroeid; letterlijk: afgesneden (karath = ).
  • Egyptisch: Sera = overwinning. Ondanks uitroeiing, toch overwinning door de opstanding van de Heer (Kolossenzen 2: 14 – 15 en 1 Korinthe 2: 8). In de Zodiac van Denderah afgebeeld als een leeuw met een uit zijn muil hangende tong. Hij heeft dorst. Daarbij een vrouwfiguur, die een beker aanreikt. Onder de voorste poot een afbeelding van stromend water. Het gaat hier over de Leeuw uit de stam van Juda (Openbaring 5: 5), Die uitgegoten is als water (Psalm 22: 13-18), Johannes 19: 28: “Mij dorst” = wijnedik aangereikt (Psalm 69: 21) = vernedering. Toch over wateren (volkeren) heersend. De leeuw Sera wijst op Die de overwinning, door Zijn opstanding, behaalde.

Er komen in klassieke geschriften vijf sterren voor in het sterrenbeeld “Kruis”. Sommigen zeggen vier, maar

het zijn er vijf.Vier = kruis (vier hoeken). Vijf = genade, vijfde bedeling van de genade; Efeze 3: 2 . De namen van de sterren worden niet genoemd (verborgen = bedeling van de verborgenheid;  Efeze 3: 9) . Vijf sterren, duidt op de positie van de gemeente. Filippenzen 2: 15: “lichtende sterren te midden van een verkeerd geslacht”.

Tweede decade: Lupus (wolf) of Victima (slachtoffer)

Victima is het slachtoffer van de centaurus. De afbeelding toont een wolfachtig dier (Grieks: Lukos); dit is een verbastering. Het gaat om een dier, dat als slachtoffer dient.

  • Grieks: Thèra = beest; dierlijk offer.
  • Hebreeuws: Asedah = geslagene.
  • Arabisch: Asedaton.

In de Zodiac van Denderah is een lam (Sura) met een kind afgebeeld, dat zijn vinger op de mond/lippen heeft. Vergelijk Jesaja 53: 7 (de Here Jezus als Lam:Hij deed Zijn mond niet open; stom voor het aangezicht van Zijn scheerders). Kind/Lam duidt op Jezus Christus, Die als een Lam werd geslacht (Openbaring 5: 9).

Derde decade: Corona (Kroon)

De naam is Corona Borealis (Noorderkroon). En duidt op de heerlijkheid van Jezus Christus (Hebreeën 2: 9).

Hebreeuws: Atarah =  = (koninklijke) kroon.
Arabisch: Al Iclil = juweel.

De slang (Serpens) strekt zich uit naar de kroon. De satan wilde zich boven God stellen (Jesaja 14: 13). Helderste ster: Al Phecca = de glanzende; de schijnende (heerlijkheid van Christus).

De Heer ging de weg van het kruis (vernedering) naar de kroon (verhoging). Jezus ging de weg van het lijden, vanwege de heerlijkheid/vreugde, die Hem voorgesteld was (Lukas 24: 46 en Hebreeën 12: 2).

Troon over de wereld. De satan heeft de macht over de koninkrijken van deze wereld (de oude schepping; Lukas 4: 6). Zelfde beeld in Draco (centrum van de sterrenkaart). Christus heeft door Zijn opstanding alle macht in hemel en op aarde verworven (Mattheüs 28: 18).


III. Scorpio
(Schorpioen)

Schorpioen is een beeld van de satan. Strekt zijn voorpoten uit naar de Weegschaal = strijd om bezit/macht van deze stoffelijke wereld. Staart = giftige angel. Deze is gericht op de hiel van Ophiuchus, die de slang vasthoudt (Slangenbedwinger). De rechtervoet van Ophiuchus is op de kop van de schorpioen gezet = onderwerping. Schorpioen: Openbaring 9: 1-11.

  • Hebreeuws: Akrab = (o.a. Deuteronomium 8: 15) = strijd, oorlog. Van kerab = (Daniël 7:21: de kleine hoorn; Zacharia 14: 3).
  • Koptisch: Isidis = “de aanval van de vijand” of “verdrukking”.
  • Arabisch/ AI Akrab = het verwonden van hem, die komt = zaad van
  • Syrisch: de slang zou de hiel van het Zaad van de vrouw verwonden (Genesis 3: 15).
    De Komende = Boötes = Jezus Christus.

Bijbehorende sterren

  1. Antares (Arabisch) = de wond. In het Grieks: antimars = tegenstander van Mars (rode planeet).
    Latijn: Cor Scorpii = hart van de schorpioen.
  1. Lesath (op de angel van de staart) = de verderver.
    De angel draagt die naam zelf ook. Het venijn (gif) zit in de staart. Verderver; vergelijk Openbaring 9: 11 (Apollyon/Abaddon = verderver). Staart; Openbaring 9: 10, 19 en Openbaring 12: 4.

In Denderah afgebeeld als een honderdkoppige slang, genaamd Typhoon of Python. Zowel deze slang als de schorpioen zijn een beeld van de satan. Deze slang was geboren uit de wateren van de grote vloed (Genesis 1: 2; 2 Petrus 3: 5 – 6). Daarna was de slang in de hof van Eden. Hij was er in feite ook al vóór de grote vloed. De grote vloed was het oordeel van God over de opstand van de satan.

Eerste decade: Serpens (de slang)

Serpens is afgebeeld in de armen van Ophiuchus. De slang is hier een beeld van de satan, die “de oude slang” genoemd wordt (Openbaring 12: 9). Het is de overste over deze wereld, de god van deze eeuw. Egyptisch = Khu = onderworpen(e) vijand. De satan is de vijand (tegenstander), maar zijn dagen zijn reeds geteld. Dat geldt zeker sinds de kruisiging en opstanding van de Heer, maar feitelijk ook al vanaf Genesis 1: 3.

Bijbehorende sterren

  1. Unuk = omringt/omvat = wurgende; de wereld in de macht/banden van de oude slang. Hebreeuws: Alyah = de vervloekte; van het werkwoord alah = . Arabisch: Al Hay = het reptiel.
  1. Cheleb = slang Chelbarai = de beknelde slang = de slang, die zelf ook omknelt/wurgt, wordt door Ophiuchus gewurgd/bedwongen.

Tweede decade: Opiuchus

Latijn: Serpentarius. Ophiuchus is de slangenhouder, de bedwinger van de slang. Hij is een beeld van de Here Jezus Christus, Die de slang bedwong (Kolossenzen 2: 14 – 15).

Arabisch: Cheleb afei = Afeichus = de slang bedwongen.

Ophiuchus is in de Griekse mythologie bekend onder de naam Esculapius. Daarvan kennen we nog steeds de medische esculaap. Esculapius is de bedwinger van de slang. Hij heeft de macht over het stoffelijke, dus ook over het lichaam (gezondheid). Overwinnaar over ziekte en dood. Het is “de heelmeester”. Verbastering van Exodus 15: 26 (de Heer is uw Heelmeester). Ziekenhuizen in Griekenland waren “esculapis-tempels”.

Esculapius was immuun voor het gif van de slang of de schorpioen, omdat hij daarmee ingeënt was. Daardoor had zijn lichaam antistoffen (eigen afweersysteem) gemaakt. Vergelijk: een gelovige is ongevoelig voor de dood (“die in de macht van de duivel lag”; Hebreeën 2: 14 – 15), want hij is in Christus reeds gestorven. De dood heerst niet meer over Hem (Romeinen 6: 9). Een gelovige is verlost van de macht van de zonde en de dood. In Egypte (Denderah) is dit afgebeeld als een mens met een haviks/arendskop, die op de troon zit. De arend/havik is de overwinnaar over de slang (ook in de natuur).

De slang is de vorst over de aardse, stoffelijke en zienlijke wereld. De arend is de vorst over de onzienlijke, hemelse wereld. Mens = Jezus Christus, Die de Zoon van God is (arend/havik), Die de macht (troon) heeft.
In de Egyptische mythologie is Osyris een verlosser, die meestal met een arends/havikskop wordt afgebeeld. Hij is een type van Christus. De arend komt overeen met het evangelie van Johannes, waarin de Heer als Zoon van God wordt geschetst. De arend = de koning van de lucht/hemel. Wordt ook Api-bau genoemd = de meester die komt = Jezus Christus, Die komt om de slang te overmeesteren.

Bijbehorende sterren

  1. Ras al Hagus (Arabisch) = hoofd van de bedwinger.
  2. Sabik = de eerste/voorloper (eerste komst van de Heer).
  3. Triophas = vertreden, vertrappen (Genesis 3: 15; kop vermorzelen).
  4. Saiph (in linkervoet = vermorzeld (Genesis 3: 15).
  5. Carnebus = de wond/verwonding (hiel vermorzeld door zaad slang).
  6. Megeros = worsteling (strijd van slang en Slangenbedwinger).

Derde decade: Hercules

Ook wel Heracles genoemd. Dit is “de held” (sterke man). Rechtervoet omhoog; deze is verwond. De andere voet is op de kop van de draak (Psalm 91: 13). Draagt pijl en boog = overwinning. In de rechterhand een knots (= roede). In linkerhand een driekoppige slang/hond. Hond = hellehond (Cerberus), de bewaker van het dodenrijk. De sleutels van het dodenrijk zijn nu in het bezit van de Heer (Openbaring 1: 18).

  • In mythologie: gouden appelen (= vruchten van de boom des levens) bewaken. Hercules veroverde ze. Hercules is een beeld van de sterke Man van God = Jezus Christus. Hercules moest twaalf daden verrichten. Eén ervan was: het reinigen van de Augiasstal, die in zeven jaar niet schoongemaakt was. Het is een beeld van onze wereld, die vervuild is vanwege de zonde. Hercules leidde een rivier om, zodat het water door die stal heen ging en deze schoongespoeld werd. Stroom van levend water = Woord van God, dat een reinigende werking heeft. Hij werd in de hiel gestoken door een giftige kreeft, toen hij de slang bevocht. In Egyptische zodiac heet hij Bau = de Komende (Die de werken van de duivel zou verbreken); 1 Johannes 3: 8.
  • Arabisch: Al Giscale = de Sterke. Grieks: Boötes = de Komende.

Bijbehorende sterren

  1. Ras al Gethi = hoofd van de vermorzelaar.
  2. Kornephorus = de knielende tak/spruit = Jezus, Die Zich vernederde; is de Spruit des HEEREN (Zacharia 3: 8). Hij overwon (Zacharia 6: 12 – 13) en werd verhoogd (Filippenzen 2: 8 – 9).
  3. Marsic = verwonding (Jesaja 53: 5a).
  4. Ma’asyn = zondoffer (Jezus offerde Zich voor de zonde der wereld).
  5. Caiam of Guiam = straffend (vijand overwonnen); maar ook Degene, Die de straf op Zich nam (Jesaja 53: 5b).


IV. Sagitarius
(Boogschutter)

De Boogschutter is, evenals de Centaurus, een paard/mens, die een boog met pijl gericht houdt op de kop van de schorpioen. Het paard duidt op koningschap en de mens verwijst naar de Zoon des mensen.
De Boogschutter is een beeld van Jezus Christus, Die de kop van de slang vermorzeld heeft. Hij is de Overwinnaar.

Psalm 45: 3-6
3
Gij zijt veel schoner dan de mensenkinderen; genade is uitgestort in Uw lippen; daarom heeft U God gezegend in eeuwigheid.
4 Gord Uw zwaard aan de heup, o Held! Uw Majesteit en Uw heerlijkheid.
5 En rijd voorspoediglijk in Uw heerlijkheid, op het woord der waarheid en rechtvaardige zachtmoedigheid; en Uw rechterhand zal U vreselijke dingen leren
6 Uw pijlen zijn scherp; volken zullen onder U vallen; zij treffen in het hart van des Konings vijanden.

  • Latijn: Sagittarius = boogschutter.
  • Hebreeuws/: Kashath = (o.a. Genesis 21: 20, Ismaël, zoon van Hagar en Abram,werd een boogschutter)
  • Arabisch: Al Kaus = de pijl.
  • Koptisch: Pimacre = schoonheid van de komende.
  • Grieks: Toxotes = de boogschutter.

Bijbehorende sterren

  1. Naim (Hebreeuws) = = liefelijkheid (Psalm 27: 4).
  2. Nehustha = de voortgaande, gezondene.
  3. Al Naim (Arabisch) = de liefelijke, genadige.
  4. AI Shaula (Arabisch) = de pijl.
  5. Al Warida (Arabisch) = degene, die komt.
  6. Ruchba er rami (Arabisch) = het rijden van de boogschutter.
  7. Nun-ki (Akkadisch) = vorst/prins van de aarde .

In de zodiac in Denderah wordt hij Pi-maere genoemd.
Betekenis: liefelijkheid/schoonheid van degene, die verschijnen zal. Onder diens rechtervoet staat Knem (= hij overwint). De Boogschutter is een uitbeelding van Jezus Christus. Hij is Degene, Die komen zal, Die de kop van de slang vermorzeld heeft en overwinning brengt; overwinning op de boze en degenen die onder zijn macht staan (vergelijk Psalm 64: 7 – 10).

Eerste decade: Lyra (de harp)

Afgebeeld als een harp met de kop en vleugels van een arend. Arend in Hebreeuws = nesher = ; beeld van de Heer als de Zoon van God. (vergelijk Exodus 19: 4; Openbaring 4: 7).
De harp (Hebreeuws: kinoor = ) is een instrument, waarmee Christus, de Overwinnaar, lof gezongen wordt. (Psalm 33: 2; 43: 4; 71: 22; 98: 5; 147: 7 en 150: 3); vergelijk Openbaring 7: 10 – 12; 11: 17; 19: 7a.
De overwinning is door de Boogschutter behaald; het overwinningslied kan gespeeld en gezongen worden (Exodus 15:1-4).

Bijbehorende sterren

  1. Vega, de helderste ster is = Hij zal verhoogd worden. De stam van dit woord staat in Exodus 15: 1 (hogelijk verheven) = ga’ah =
  2. Shelyuk = arend (koning der lucht = Christus als Zoon van God).
  3. Al Nesr (Arabisch) = de arend; = Hebreeuws “nesher” = .
  4. Sulaphat = opspringend of omhooggaand (zoals lofprijs omhooggaat).

In de zodiac van Denderah is hiervoor een havik of een arend afgebeeld.
Naam: Fent-kar = de slang wordt overheerst; Christus overwon de satan. Lofprijzing voor de Overwinnaar, Openbaring 5: 13 – 14 en Openbaring 19: 1 – 3.

Tweede decade: Ara (het altaar)

Afgebeeld als een altaar op z’n kop, waar vuur op brandt. Beeld van de poel des vuurs.

  • In Denderah: Een man op een troon met een dorsvlegel in zijn hand; dorsen is een beeld van oordeel. Naam: Bau = de komen de (Jesaja 63: 1 – 5).
    Arabisch: AI Mugamra = de voltooiing/ beëindiging.
  • Grieks: Ara = vervloeking. Het is het vuur, dat voor de duivel en zijn engelen bereid is (Mattheüs: 41; Openbaring 20: 10).

Derde decade: Draco (de draak)

Draco wordt afgebeeld als een zich kronkelende slang.
Draco is een uitbeelding van de satan (Openbaring 12: 9 – 10).
Hercules heeft zijn voet op de kop van de draak = overwinning van de Held op de vijand (Jesaja 42: 13; Jeremia 20: 11). De slang is de satan als de verleider; de draak is de satan als de vertreder, verwoester. Psalm 74: 12-14 = koppen van de draken en de kop van de leviathan door God verbroken (vergelijk Jesaja 27: 1).
De Griekse naam (drakoon) betekent “vertreden”; Psalm 91: 13: de draak vertreden. Dit komt overeen met het Hebreeuwse werkwoord “darag”= = (ver)treden.

Een draak is een mythologisch dier. Het bestaat in de dierenwereld niet, maar is een uitdrukking van de tegenstander. De éénhoorn (paard met één hoorn) en de griffioen (onderlijf van een leeuw, bovenlijf van een arend en de oren van een paard) zijn eveneens mythologische wezens, die in de natuur niet voorkomen.

Het eerste boek eindigt met Draco, die teneergeworpen wordt.
Het tweede boek eindigt met Cetus, het zeemonster (Leviathan).
Het derde boek eindigt met Hydra,de oude slang. In Denderah afgebeeld als een slang onder de voorste voet van Sagittarius.
Naam: Her-fent = de slang vervloekt.

Bijbehorende sterren

  1. Thuban = sluw, listig;was ruim vierduizend jaar geleden de poolster.
  2. Rastaban = hoofd van de sluwe (de slang).
  3. Al Waid = hij, die vernietigd wordt.
  4. Ethanim = de lange slang/draak.
  5. Grumian = de listige (Genesis 3: 1)
  6. Giansar = de gestrafte vijand.
  7. Al Dib = het reptiel. El Athik = de bedrieger.
  8. El Asieh = de terneergebogene.


V. Capricornus (Steenbok)

De afbeelding toont een tweehoornige (geiten)bok met veel haar rond zijn nek en met een onderlijf van een vis. Een hoorn beeldt koningschap uit; “haar” drukt macht uit. Een bok is een beeld van Christus, Die in de Bijbel wel als bok voorgesteld wordt: de beide bokken van de grote verzoendag (Leviticus 16). De ene werd gedood en de andere werd levend de woestijn ingezonden. Dit is een Beeld van de dood en opstanding van de Here Jezus Christus. De dood van de ene bok is afgebeeld: de bok is door zijn voorpoten gezakt (stervende bok). De vissenstaart is levendig (in een krul), drukt het principe van dood en opstanding uit (= wedergeboorte).

De vissenstaart drukt nieuw leven uit.
“Vissen” is een beeld van de gelovigen van de gemeente. Wedergeboorte is het uitgangspunt van het tweede boek van de sterrenbeelden. In de Indische Zodiac is dwars over de bok een vis getekend.
De vis ligt bovenop de bok. Het is een beeld van de dood en opstanding. De gelovige is met Christus gestorven en begraven, maar ook met Hem opgewekt in nieuwheid des levens (Romeinen 6).

  • Latijn: Capricornus = geiten(bok)
  • Hebreeuws: gedi =   = geitebok. Ook opgevat als offer, (vergelijk de uitspraak: “Ik ben het bokje”).
  • Arabisch: Al gedi = geitenbok.
  • Denderah: Hupenius = de plaats van het offer.

Bijbehorende sterren

  1. Al gedi (Arabisch; bij de hoornen afgebeeld) = de geit.
  2. Deneb Al gedi (Arabisch) = “het offer (de bok) komt” of “de rechter is het offer”; Hij, Die als, offer geslacht werd, is tevens, de Rechter = Jezus Christus is de Rechter, Die Zijn leven gaf (Jesaja 53; Handelingen 10: 42).
  3. Dabih (Syrisch) = het geslachte offer.
  4. Al Dabik en AI Dehabeh (Arabisch) = het offer is geslacht.
  5. Ma’asas = het slachten.
  6. Sa’ad al Naschira = het verhalen van het afsnijden.

Capricornus beeldt het lijden, sterven en de opstanding van de Here Jezus Christus uit (= wedergeboorte).

Eerste decade: Sagitta (de pijl)

Hebreeuws: Sham = vernietiging, verwoesting; afgeleid van shemamah =  of shamad = .
Andere betekenis: “naam” (behoud door geen andere Naam, dan die van Jezus Christus; Handelingen 4: 12).
Pijl = verwonding (Job 6: 4; Jesaja 53: 4 – 5) en verwoesting (Psalm 38: 2 – 3). De pijl is afgeschoten door een niet afgebeelde schutter. De schutter is onzichtbaar, omdat hij in feite God Zelf is. Ook Sagittarius heeft een pijl afgeschoten.

Een pijl houdt verband met lijden (en dood; Spreuken 26: 18).
Psalm 38 spreekt over het lijden van de Zoon van David. Sagitta is de uitbeelding van het oordeel van God over Jezus Christus, Die voor onze zonden geleden heeft. Er bevinden zich ongeveer 18 sterren in Sagitta, maar de namen ervan zijn niet bekend.

Tweede decade: Aquila (de arend)

Dit is een neerstortende arend. Dat blijkt ook uit de namen, die met dit sterrenbeeld geassocieerd worden. De arend is een beeld van de Heer, Die Zijn hoge positie opgaf tot in de dood (om redding tot stand te brengen); vergelijk Psalm 38: 2 – 3 en 11 en Zacharia 13: 6. De arend heeft te maken met één van de vier dieren, die voor de troon van God zijn (Openbaring 4: 7). De arend duidt op de Heer als de Zoon van God. De arend is de koning der hemelen. Deze arend werd verwond en stort ter aarde met bloed aan zijn wond. Het is de val van de doorboorde, verwonde arend. Dit heeft betrekking op de dood van de Here Jezus. De Zoon van God gaf Zijn leven voor ons.

Bijbehorende sterren

  1. De belangrijkste ster (in de nek van Aquilla) is Al Tair (Arabisch), die “de wond” als betekenis heeft.
  2. Al Shain (Arabisch) = de roodgekleurde; bloed van de wond.
  3. Tarared = verwond, verscheurd.
  4. Alcair = de doorboring (Psalm 22: 17).
  5. Al Okal = (verwond aan) de hiel. Een arend heeft geen hiel; toch deze betekenis in verband met de verwijzing naar de Here Jezus (Genesis 3: 15).

Derde decade: Delphinus (de dolfijn)

Een dolfijn zwemt in de zee, maar is geen vis. Een dolfijn is het intelligentste zoogdier.
In de Bijbel worden dergelijke vissen met “grote vissen” aangeduid. De dolfijn moet regelmatig naar boven om te ademen. Adem komt overeen met lucht, geest (pneuma). Onder water kan hij niet blijven leven. Een dolfijn is een uitbeelding van een gelovige. Een gelovige woont nog in zijn aardse lichaam op aarde, maar heeft toch ander leven ontvangen, door de Heilige Geest, Die van boven komt. Twee naturen van de gelovige. Een dolfijn vindt zijn weg via zijn gehoor (weerkaatsing van het uitgestoten geluid, zoals bij vleermuizen).
Een gelovige wandelt niet door aanschouwen, maar door geloof (dat uit het gehoor is; Romeinen 10: 17; 2 Korinthe 5: 7).

De dolfijn is een uitbeelding van de opstanding van Jezus Christus. Het is de wedergeboorte van de Heer, maar ook van hen, die in Hem zijn. Een dolfijn beeldt “leven uit de dood” uit. Er zijn verhalen van mensen, die door dolfijnen gered worden. In de mythologie bestaat het verhaal dat de dolfijn het leven van ene Arion gered heeft van de verdrinking. Vergelijk het met de grote vis, die Jona opslokte en daarna op de derde dag uitspuwde. In Perzië afgebeeld als een vis in stromend (= levend) water = beeld van Heilige Geest. In Egypte een kruik, waaruit water gegoten wordt (zelfde beeld).

Bijbehorende namen

  1. Dalaph = = uitgieten (van water, olie); Eeuwig leven, Heilige Geest (Johannes 7: 38 – 39).
  2. Dalaph (Arabisch) = snel komend (stromend).
  3. Scaloin (Arabisch) = snel (als de stroom van water).
  4. Rotaneb (Syrisch) of Rotaneu (Chaldeeuws) = snel gaand.

Een dolfijn is één van de snelste zoogdieren in het water. Hij springt omhoog vanuit het water in de hemel.
Een gelovige (behorend tot de gemeente, het lichaam van Christus) is weliswaar nog in de wereld, maar niet meer van deze wereld. Hij ontvangt een hemelse erfenis.


VI. Aquarius
(Waterman)

Volgens de sterrenkundigen staan we voor het tijdperk van Aquarius (de komende tweeduizend jaren). Volgens de Bijbel naderen we het tijdperk, waarin Christus over de wereld zal regeren. De aarde zal vol zijn van de kennis des HEEREN, zoals de wateren de bodem der zee bedekken. Dat tijdperk duurt iets meer dan duizend jaar en zelfs eeuwig.

Waterman wordt in verband gebracht met de tijd sinds de opstanding tot de tijd van de openbaring van het koninkrijk. Het is de tijd van de verborgenheid. Astrologen spreken nu van het tijdperk van de vissen. Er is een vis afgebeeld in dit sterrenbeeld. Aquarius een man, die water uitgiet uit een vat.

De overlevering spreekt van een aarden vat. De stroom water houdt op bij de vis, die Piscis Australis (de zuidelijke vis) genoemd wordt. Het water komt niet verder dan die vis. Het heeft met de tegenwoordige bedeling te maken. De Waterman is een beeld van Christus. Het water, dat Hij uitgiet, is de Heilige Geest (Handelingen 2; Johannes 7: 38 – 39).

Een aarden vat is de uitdrukking van de oude mens, het lichaam. De mens werd uit de aarde gemaakt. Door de adem der levens werd hij tot een levende ziel (Genesis 2: 7). Een gelovige heeft een schat in aarden vaten (2 Korinthe 4: 7). Het nieuwe leven vindt zijn oorsprong in de menswording van Jezus Christus, Die via Zijn opstanding onvergankelijk leven ontvangen heeft. Dat nieuwe leven heeft Hij uitgegoten in de harten van gelovigen (vergelijk Romeinen 5: 5). De Heer verstrekt het water (Johannes 4: 14). Dat water zal worden tot een fontein van water, dat tot in het eeuwige leven springt.

In Denderah is een man met twee kruiken afgebeeld en de vis schijnt uit één ervan gekomen te zijn.
Naam: Hupei Tirion = “de plaats van hem, die nederkomt” of “uitgegoten”.
In andere oosterse zodiacs is alleen een urn of vat afgebeeld.

  • Hebreeuws: Deli = (Jesaja 40: 15 en Numeri 24: 7) = watervat of emmer.
  • Arabisch: Delu = watervat of emmer.Jesaja 44: 2 ,3 ,6….want Ik (de HEERE) zal water gieten op de dorstigen, …. lk zal Mijn Geest op uw zaad gieten…
  • Met betrekking tot Israël: Ezechiël 36: 24 – 28, Joël 2: 28; Handelingen 2: 28.

Bijbehorende sterren

  1. Sa’ad al Melik = “het teken van de koning” of “het teken van de uitgietende”.
    Jezus Christus is de Koning.
  2. Saad al Sund = “Hij, Die gaat en terugkeert” (de Heer is naar de hemel gegaan, maar teruggekeerd in de gedaante van de Geest, de andere Trooster) of “Hij, Die uitgiet” (uitgieten van de Heilige Geest) of “geluk voor ieder” = voorspoed in geestelijk opzicht voor de gelovigen; alle dingen doet de Heer medewerken ten goede voor degenen, die Hem liefhebben (Romeinen 8: 28).
  3. Scheat = “Hij, Die gaat en komt” = Hemelvaart van Christus en de uitstorting van de Heilige Geest (de andere Trooster, de Geest van Christus); vergelijk Romeinen 8: 9,10.
  4. Saad achbia = “geluk der tenten” (tabernakels) = het lichaam van de gelovige. De voorspoed van de gelovige, die in zijn aardse lichaam woont. Hij heeft hier geen blijvende stad.
  5. Mon of Meon (Egyptisch) = urn, (aarden) vat.

Eerste decade: Piscis Australis (de zuidervis)

Het water uit het vat van Aquarius komt bij de kop van de zuidervis terecht. De Geest komt alleen bij hen, die geloven. De wereld merkt niets van die Geest. De zuidervis is een beeld van de gemeente als geheel. “Zuiden” heeft in de Bijbel met vernedering (Zuiderkruis) te maken. Het noorden wijst op verhoging (Noorderkroon). De vernedering van de vis: de gelovigen van de gemeente zijn buiten de legerplaats gesteld, maar hebben deel aan het levende water.

In de Zodiac van Denderah wordt deze decade Aar genoemd, hetgeen “stroom” betekent. Het is weer een verwijzing naar de stroom van het water. De belangrijkste ster is “Fom al Haut”, dat “de mond van de vis” betekent (mogelijk een interpretatie ervan). Een andere naam voor deze ster is Diptha; betekenis: amfibie. Het is een dier met twee levens, die in het water en op het land in zijn element is. Van natuur veranderen (een oude mens, nieuwe mens door Heilige Geest). Deze vis is een beeld van de gelovige van de gemeente, die de Heilige Geest ontvangen heeft als een onderpand van zijn toekomende erfenis (Efeze 1: 13 – 14). Hij leeft nu nog in het vlees en wacht op de verlossing van zijn lichaam. De gelovige kent twee naturen.

Tweede decade: Pegasus (het gevleugelde paard)

Pegasus is een paard met vleugels. De betekenis van deze Latijnse naam is onbekend. Deze naam is gaan fungeren als eigennaam van dit beest. De naam is afkomstig uit de Zodiac van Denderah, waar de afbeelding gelijk is. Onder die afbeelding staan twee karakters: Pe en Ka (peka of pega). Peka is in het Hebreeuws “voor(naam)ste” of “eerste”(?) en Sus =  = paard. Het belangrijkste paard.
Het paard heeft vleugels en vliegt naar de hemel.

Bijbehorende sterren

  1. Markab (Hebreeuwse herleiding onbekend) = van verre terugkerend; vanuit de hemel komt de Heer terug.
  2. Scheat = hij die gaat en terugkeert = wederkomst van Christus.
  3. Enif (Arabisch) = het water.
  4. Matar = hij doet overvloeien; Geest.
  5. Al Genib = hij, die (weg)draagt; het ten hemel dragen van de gemeente; de opname van de gemeente.
  6. Homan = wateren of held.

Het gevleugelde paard is een beeld van Christus, Die Zijn lichaam naar de hemel wegdraagt en dat spreekt over de opname van de gemeente.

Derde decade: Cygnus (de zwaan)

De vliegende zwaan spreekt van hetgeen na de opname komt: het ontvangen van de toekomende erfenis. In Denderah Tes-ark genoemd, hetgeen “deze is van verre” betekent.

Bijbehorende sterren

  1. De helderste ster heet Deneb, wat “rechter” betekent. Hij wordt ook Adige genoemd, hetgeen “snelvliegend” betekent. Wanneer de gemeente met Christus verenigd is bij de opname, zal zij met Hem komen om te oordelen. Christus is de Rechter, Die met Zijn gemeente de rechtspraak uitoefent.
  2. Al Bireo (Arabisch) = snel vliegend.
  3. Azel = hij, die weggaat en snel wederkeert.
  4. Fafage = schijnende in heerlijkheid = toekomstige positie van de gemeente.
  5. Sadr = hij, die terugkeert als in een cirkel. Cirkel is beeld van de eeuwigheid.
  6. Arided = hij zal afdalen. De gemeente zal met Christus terugkeren om de volkeren te oordelen (Openbaring 19: 11 – 15).

De naam “zwaan” komt alleen in het Latijn voor. In andere talen is het een vliegende vogel. Denk daarbij aan een duif. De duif keert altijd naar zijn oorsprong terug. De duif is een uitbeelding van de Geest (de doop van de Here Jezus). De Geest is het onderpand van de toekomende erfenis. De gelovige keert naar zijn oorsprong, namelijk naar de hemel, terug. De Geest van Christus is uit de hemel afkomstig.


VII Pisces
(Vissen)

In de astrologie is het een ongunstig sterrenbeeld. Er worden twee vissen afgebeeld, die met een koord aan elkaar verbonden zijn. Eén ervan zwemt horizontaal (langs de lijn van de ecliptica) en de andere is verticaal (naar boven) gericht. Vissen is van toepassing op de beide naturen van de gelovige.

De horizontale vis komt overeen met de oude mens (het zoeken van de dingen, die op de aarde gebaseerd zijn). De verticaal gerichte vis duidt op de nieuwe mens, die de dingen, die boven zijn, zoekt. Vissen spreekt over de gelovige (primair van de gemeente), die nog op aarde is, maar zijn gerichtheid op en verwachting van boven heeft. Ook van toepassing op Israël. Strijd is het kenmerk van het teken vissen. De gelovige wordt ook door twee kanten getrokken (vergelijk Romeinen 7: 13 – 26 en Filippenzen 1: 21 – 26).

In Denderah: Picot Orion = de vissen van de lichtende. Orion spreekt van de komst van Christus (het Licht) in heerlijkheid. Andere naam: Pisces Hori; betekenis: “de vissen van hem, die komt”.

  • Hebreeuws: Dagim = =vissen.
  • Syrisch: Nuno = de verlengde vis. De vis (gelovige), die eeuwig leven heeft.
    “Nun” is een Hebreeuwse letter; getal “vijftig” met als betekenis “vis” (zie ook Jozua, de zoon van Nun).

Bijbehorende sterren

  1. Odka (Hebreeuwse herleiding onbekend) = het verenigde = beide vissen zijn aan elkaar verbonden. Beide naturen in de gelovige.
  2. AI Samaca (Arabisch) = “de omhooggaande” of “omhooggehouden”. Wijst op de vis, die omhoog gericht is. De gelovige gaat naar boven en is gericht op de dingen, die boven zijn. Kolossenzen 3: 1 – 3. De nieuwe natuur houdt de gelovige omhoog; zijn hoofd gericht op de Heer.
    Het sterrenbeeld vissen spreekt over de positie van de gemeente op aarde, die in afwachting is van de toekomende verlossing.

Eerste decade: De Band

De eerste decade is de band, die de beide vissen verbindt. Er is geen Latijnse naam voor. Tegenwoordig wordt het tot het sterrenbeeld vissen gerekend.Volgens de oudheid echter niet. Het koord is een belemmering voor de beide vissen. Beide worden in hun beweging beperkt.

Arabisch: Al Risha = het koord of leidsel. Een hoofdstel (toom), dat dient om te leiden.

Egyptisch: U-or = Hij/het komt. Dat wijst op de verlossing van het koord. Het duidt op de beloofde verlossing. De verbintenis tussen de oude en de nieuwe mens zal worden weggenomen. Hetgeen in de hemel thuishoort, zal dan ook daarheen gaan. De nieuwe mens wordt naar de hemel getrokken en ziet uit naar de komende erfenis, na de verlossing van het lichaam (Romeinen 8: 23).

Het koord zit ongeveer in het midden vast aan de nek van Cetus (een zeemonster); in de hoek van de kaart. Het is een decade van het sterrenbeeld Ram en staat voor de aardse macht over de volkeren. De vissen zijn via dat koord nog verbonden met de aardse macht.

Tweede decade: Andromeda (de geketende vrouw)

Dit is een bekend sterrenbeeld, vanwege de zogenaamde Andromedanevel. Het is een spiraalnevel. De verticaal gerichte vis raakt het midden van Andromeda aan. De figuur is een vrouw,wier handen en voeten aan ketenen gebonden zijn. De vrouw is in de eerste plaats een beeld van Israël. Israël is gevangen in haar ballingschap. Andromeda is een beeld van Israël in de tijd van de verborgenheid. Zij is in ballingschap, maar wordt daaruit verlost (vergelijk Jesaja 54: 11 – 14). Andromeda is een eigennaam (ook van een figuur in de mythologie). Andro en meda wordt vertaald met “heerser over mensheid”.

Een vrouw wordt een heerser. Dat is de positie van Israël, die boven de volkeren (mensheid) zal staan (Deuteronomium 28: 1,13). Het laatste koninkrijk is het koninkrijk van de Steen, namelijk Christus. Het zal een Israëlitisch wereldrijk zijn. Dan is Israël wedergeboren en niet meer gebonden. Gedurende de tijd van de gemeente is Israël gebonden in haar ballingschap, die in de Bijbel ook met het begrip “gevangenis” aangeduid wordt (Deuteronomium 30: 3; Jeremia 29: 14; 30: 3,18; 31: 23; 32: 44; 33: 11,26).

Denderah: Set = zetelend (als een koningin).

Hebreeuws: Sirra = geketend, gebonden (mogelijk van sharshah =  of sharsherah = of van het werkwoord asar = .
Sirra lijkt op het woord Sara, hetgeen “vorstin” betekent.

Een andere Hebreeuwse naam is Persea = “de zich uitstrekkende”; van het werkwoord parash = . Dit werkwoord heeft ook als betekenis “uitspreiden”. Het duidt op het verstrooid zijn onder de volkeren (Jeremia 14: 17). Persea houdt tevens verband met “vrucht dragen” (Hebreeuws: peri = ). Het zaad wordt verstrooid, opdat het zou vrucht dragen. De tijd tussen de eerste en tweede komst van de Heer wordt gekenmerkt door de verstrooiing van Israël. Terwijl ze verstrooid is, wordt er toch vrucht gedragen. Die vrucht is de gemeente. Vergelijk Openbaring 12: 1 – 6, waar een vrouw (Israël) een mannelijke zoon (de gemeente) baart.

Daarom is de verticaal gerichte vis ook met Andromeda verbonden op de plaats van de buik. Het woord “perez” (= ) is de breuk, die kenmerkend is voor de tijd van de onderbreking tussen de eerste en tweede komst van de Heer.

Bijbehorende sterren

  1. Al Phiratz (Arabisch) = de verbrokene (= Hebreeuws: )
  2. Mirach (Hebreeuws: moreg = ; Leviticus 24: 36 = weekheid) = de zwakke (Israël, in ballingschap verstrooid, is zwak).
  3. Al Maach of Al Amak (Arabisch) = neergeslagen (met geweld vernederd).
  4. Adhil = gekweld.
  5. Mizar = afgezonderd, week (zwak); vergelijk Hebreeuwse meetzar (= rum) = angst, benauwdheid (Psalm 116: 3 en 118: 5).
  6. Al Mara (Arabisch) = de gekwelde; vergelijk het Hebreeuwse mar (= = bitter(heid).
  7. Desma = gebonden.

Andromeda is de gebonden koningin over de volkeren. In de Griekse mythologie is zij de maagdelijke dochter van Cepheus en Cassiopea. Cepheus werd geacht de koning van Ethiopië te zijn. Andromeda had een zwarte huidskleur. Het is de kleur van de bruid uit het boek Hooglied (Hooglied 1: 5). Haar moeder had zich erop beroemd schoner te zijn dan de Nereïden (zeenimfen of zeegodinnen). Toen heeft Poseidon (God van de zee) een zeemonster gestuurd, dat het land verwoestte. Men kon zich, volgens een orakel, alleen van het monster bevrijden door Andromeda op te offeren.

Toen zij aan een rots gebonden was, in afwachting van het monster, dat haar zou verslinden, verscheen Perseus (ook een sterrenbeeld), die het monster doodde. Na een hevige strijd met Phineüs (die met het Medusahoofd versteend werd) voerde Perseus haar met toestemming van haar vader mee naar Griekenland. Zij werd de moeder van de beroemde Perseïden.

Volgens een andere versie liet de moeder Andromeda vastklinken aan een rots, omdat haar dochter mooier was dan zijzelf. Dit was een rots in Joppe (Jaffa = schoonheid) in Kanaän. Ze werd overgegeven aan het zeemonster (Cetus; een beeld van het beest uit de zee). Vergelijk het met Israël dat in verdrukking komt. Ze werd door Perseus bevrijd. Perseus is de doorbreker; een beeld van Christus, Die Israël verlost (volgens Micha 2: 12,13).

Derde decade: Cepheus (Koning)

Cepheus is afgebeeld als een koning met een kroon en een scepter (Genesis 49: 10; Numeri 24: 17; Psalm 2: 9; 45: 7 en Hebreeën 1: 8) in zijn ene hand en een kleed in de andere. “Kleed” komt overeen met een hoge positie, met heerschappij (vergelijk 1 Samuël 17: 38). Een kleed hoort op de schouder te rusten (vergelijk Jesaja 9: 5,6). Zijn voet staat op de poolster (AI Ruccaba). Cepheus is een beeld van Christus, Die zal komen om te regeren (Psalm 2: 6;  47: 3, 8;  89 :19; Openbaring 11:15-17;  17:14; 19:6,16).

Het geeft het einde van de strijd aan. Aquarius duidt op de Heilige Geest en de zegeningen voor de gemeente. De vissen duiden op de strijd van de gelovigen, die tot de gemeente behoren. De geketende vrouw duidt op de strijd van Israël. Cepheus is de koning, die komen zal en zal overwinnen in de strijd. De voet op de poolster duidt op de macht over het noorden.

“Noorden” staat voor koningschap (Psalm 48: 2-4).
Cepheus is in de Griekse mythologie de vader van Andromeda. God heeft Israël verwekt (vergelijk Ezechiël 16: 1-7).

Denderah: Pe-ku-hor = deze komt om te regeren/heersen.

Grieks: Cepheus (naam); vanuit het Hebreeuws: kaf = = hand, arm; hetgeen van iemand uitgaat; tak, spruit; beloofde spruit (Jeremia 23: 5). Arm = sterke arm van God (Psalm 89: 14; Jesaja 52: 9,10) = macht om te heersen.

Ethiopisch: Hyk = koning.

Bijbehorende sterren

  1. Al Deramin = de snel (terug)komende = wederkomst om te heersen.
  2. AI Phirk (Arabisch) = de verlosser, bevrijder = type van Christus, de Verlosser (Psalm 19: 15; Jesaja 41: 14; 44: 6; 54: 5,8; 59: 20), de Zaligmaker (Titus 1: 4).
  3. Al Rai = hij, die doorbreekt; de verbreker (overwinning op de vijand).

Cepheus is een beeld van Christus als de komende Koning, Die zowel de gemeente als Israël zal verlossen en Zijn koningschap op de aarde zal openbaren.


VIII Aries (Ram)

Aries is Latijn voor ram. In Hebreeuwse letters spreekt het over hoofd of begin (= ). Begin: Richteren 7: 19; Psalm 119: 160; Prediker 3: 11.

De astrologen laten de dierenriem met ram beginnen, vanwege de betekenis “hoofd” of “begin”. Het begin van de dierenriem is echter het sterrenbeeld maagd. De Sfinx (hoofd van een maagd/vrouw en achterlijf van een leeuw) is in Denderah afgebeeld tussen de maagd en de leeuw en geeft aan hoe de volgorde van de dierenriem gezien dient te worden. De ram is een type van Christus, Die het Begin is (en het Einde; Openbaring 1: 18). Het is het Lam, Dat geslacht was, maar nu staat. (Openbaring 5: 6). Christus is het Hoofd en Begin van de nieuwe schepping.

Ram spreekt over de toekomende verlossing; aan het eind van de verborgenheid. De ram is liggend afgebeeld. Sommigen zeggen, dat het probeert op te staan. Eén voorpoot is over de band tussen de beide vissen gelegd In de richting van Cetus. De ram is degene, die de band zal losmaken, zal verbreken.

  • Denderah: Tametouris Ammon = de regering (van Ammon).
    Die ram is zonder horens afgebeeld; hij is gekroond met een cirkel (beeld van de eeuwigheid).
  • Hebreeuws: Taleh = het lam = (1 Samuël 7: 9; Jesaja 65: 25).
  • Arabisch: AI Hamal = het schaap genadevol.
  • Syrisch: Amroo = Lam (Syrisch Nieuw Testament: Johannes 1: 29).
  • Akkadisch: ara-ziggar. Bar = altaar, offer; ziggar = rechtmaken; het (rechtvaardige) offer van rechtvaardigheid. Bar is in het Hebreeuws gelijk aan “Zoon” en houdt verband met het werkwoord bara (= ), dat “scheppen” betekent.

Bijbehorende sterren

  1. EI Nath of El Natik = verwond, geslagen; het geslachte Lam (Openbaring 5: 12).
  2. AI Sheratan = de verwonde.
  3. Mesartim (Hebreeuws) = gebonden; van asar = of asier =.

In de mythologie is er sprake van een vliegende ram met een gouden vacht (het gulden vlies). Op deze vacht konden Phrixus en Helle (een jongen en een meisje) vluchten. Helle viel van de ram af en verdronk in de zee. Die plek wordt nu nog “de Hellespont” genoemd. Phrixus werd gered. Hij offerde de ram aan Zeus en de gouden vacht wijdde hij aan Ares (god van de oorlog).

We moeten hierbij denken aan de redding, die er is in Christus, Die door een lam/ram uitgebeeld wordt. Een gouden vacht is een beeld van de eeuwigheid. Helle is een beeld van het vrouwelijke, dat het leven verliest (= de oude mens). Phrixus is een beeld van het mannelijke, de nieuwe mens, die behouden blijft. De ram drukt uit: het offer, dat ooit gebracht werd,waardoor redding en nieuw leven tot stand kwam.

Eerste decade: Cassiopeia

Cassiopeia is een op de troon gezette vrouw met een palmtak in haar rechterhand en een kleed in haar linkerhand. De maagd had eveneens een palmtak in haar hand. De palmtak duidt op koningschap. Toen de Here Jezus op een ezel naar Jeruzalem reed, werden er palmtakken neergelegd (Johannes 12: 13). Een kleed is een uitbeelding van macht en heerlijkheid.

Cassiopeia is tussen Cepheus (de koning), Andromeda (de geketende vrouw) en Perseus (de doorbreker) afgebeeld. Zij is een beeld van Israël, die we eerst als Maagd en daarna als Andromeda gezien hebben.

Cassiopeia zou de naam van de moeder van Andromeda geweest zijn. Andromeda was een beeld van Israël, verstrooid onder de volkeren (gevangen). Nu is ze afgebeeld als de koningin op de troon = Israëls koningschap over de volkeren (vergelijk Deuteronomium 28: 13), naast Cepheus, die Christus als de Koning der koningen uitbeeld. De palmtak wijst op overwinning. De naam Thamar (= ) betekent “palmboom”.

Thamar is een vrouw en is een beeld van het gelovige overblijfsel van Israël.

Cassiopeia betekent: “de getroonde” (“de verheerlijkte” of “de schone (vergelijk Psalm 45: 12).
Vroeger ook “de dochter van schittering” genoemd.

  • Denderah: Set = als koningin op de troon gezet.
  • Arabisch: EI Seder = de bevrijde; zij, die bevrijd is.
  • Arabisch: Ruchba = de getroonde.
  • Chaldeeuws: Dat al cursa = neergezet op de troon.

Kortom: Casiopeia is de regerende koningin, een type van een wedergeboren Israël, dat in het rijk van Christus zal heersen over de volkeren. Zij is (als Andromeda) door de Here verlost uit haar gevangenschap (vergelijk Jesaja 54: 5-8). Zij is de, bruid van de Heer (vergelijk Jesaja 62: 2-5; Openbaring 19: 6 – 7). Psalm 45: 9-17, vers 10: “de koningin is aan Uw rechterhand”. Rechts van Cepheus.

Bijbehorende sterren

  1. Schedir (Hebreeuwse herleiding onbekend) = de bevrijde.
  2. Caph = tak, arm (= ); verwijzing naar Cepheus, de koning.

Tweede decade: Cetus (het zeemonster)

Cetus is een, monsterachtig dier, dat uit de zee komt, zoals uit de staart blijkt. Hij is onvriendelijk, want hij heeft een draakachtige kam op zijn rug en kop. Op zijn kop heeft Cetus een grote hoorn (niet op de grote sterrenkaart afgebeeld, wel in het boek op bladzijde 112). Het beest heeft haar onder zijn onderkaak (macht met betrekking tot het spreken van aardse dingen). Verder twee voorpoten met klauwen, die op Eridanus rusten.

Eridanus is de rivier, die het oordeel brengt. Het zeemonster is een beeld van het beest uit de zee, namelijk de koning over de volkeren in de eindtijd (Openbaring 13). De ene hoorn wijst op de kleine hoorn (uit Daniël 7 en 8). In dit sterrenbeeld is Cetus reeds door de macht van de ram (Christus) onderworpen. De eindbestemming van het beest uit de zee is de poel des vuurs (Openbaring 19: 20). De ram bevindt zich boven de kop van Cetus. Het zeemonster is in het zuiden afgebeeld, hetgeen op vernedering duidt. In Denderah heet hij Knem, dat “onderworpen” betekent.

Bijbehorende sterren

  1. Menkar = de gebonden, geketende vijand.
  2. Diphda = omvergeworpen.
  3. Baten Kaitos = terneer geworpen.
  4. Mira = de rebel (opstandeling); vergelijk Hebreeuwse “marad” = = rebelleren. Hiervan is de naam Nimrod (de eerste koning van Babel) afgeleid (Genesis 10: 8-10).

De opstandige (het beest uit de zee) is nu zelf door Christus (de ram = het Lam, staande als geslacht) onderworpen. De onderwerping vindt aan het einde van de verborgenheid (het einde van de zesde bedeling) plaats.

Derde decade: Perseus (de doorbreker)

Perseus wordt afgebeeld als een man met een helm op zijn hoofd en vleugels aan zijn voeten. Hij heeft in zijn rechterhand een zwaard, terwijl hij in zijn linkerhand een hoofd houdt dat met veel slangen omvat is. Dit is het hoofd van Medusa (Caput Medusae).

Denderah: Kar Knem = hij, die vecht en onderwerpt.

Perseus droeg de helm van Pluto (Hades). Door die helm werd hij onzichtbaar. Hij versloeg zijn vijanden toen hij onzichtbaar was. Hij is een type van Christus, Die Zich verborgen heeft. Hij zal Zich openbaren. Hier openbaart hij zich. Perseus betekent “de doorbreker”; afgeleid van het Hebreeuwse “peretz” = erp. Type van Christus als de overwinnende Koning.

Micha 3 : 12 – 14
12 Daarom, om uwentwil, zal Sion als een akker geploegd worden, en Jeruzalem zal tot steenhopen worden, en de berg dezes huizes tot hoogten eens wouds. 13 Maak u op en dors, o dochter Sions! Want Ik zal uw hoorn ijzer maken, en uw klauwen koper maken, en gij zult vele volken verpletteren; en Ik zal hunlieder gewin den HEERE verbannen, en hun vermogen den Heere der ganse aarde. 14 Nu, rot u met benden, gij dochter der bende, hij zal een belegering tegen ons stellen; zij zullen den rechter Israëls met de roede op het kinnebakken slaan.

Perez is één van de tweeling van Juda en Thamar. Toen Thamar (= palmboom) zou bevallen, werd eerst Zera gezien. Zijn hand kwam, waar een scharlakenrood koordje omheen gedaan werd (Genesis 38:27-30). De hand werd ingetrokken en Perez werd geboren. Perez = “want op u is de breuk”. Perez wijst op een verdeling in twee stukken = onderbreking. Het is de onderbreking in de komst van de Heer, namelijk de tijd van de verborgenheid. Het is ook de breuk in de historie van Israël en de volkeren.

Bijbehorende sterren

  1. Mirfak = helper; de Heer is de Helper (Psalm 54:6; Hebreeën 13:6).
  2. Al Genib = Hij, die wegdraagt (ook in Pegaseus). Hij draagt lsraël weg en brengt haar naar haar bestemming.
  3. Athik = de breker.
  4. Rosh satan = = hoofd van de tegenstander (de satan); in de mythologie het hoofd van Medusa, dat met zeven slangen getooid was. Het Zaad van de vrouw heeft de kop, van het zaad van de slang vermorzeld. Medusa betekent “vertreden” of “vertrapt”.
  5. AI Oneh (Arabisch) = de onderworpene.
  6. Al Ghoul of Al Gol = de boze geest (demon). Deze ster is zeer variabel. Hij is soms goed en dan weer slecht waarneembaar.

Door het zwaard (het Woord van God) is de vijand (de satan) verslagen.

Perseus is degene, die de breuk gemaakt heeft, maar zich hier openbaart. Hij komt om de breuk te helen. Aan het eind van de verborgenheid wordt de vijand verslagen. Dan zal de Heer Zijn aangezicht niet meer voor Israël verbergen. Hij zal komen om de gemeente en Israël te verlossen. Hij zal de vijand onderwerpen en Zijn koninkrijk oprichten.

IX Taurus (Stier)

Taurus wordt altijd afgebeeld als een aanstormende stier, die zijn kop met de horens naar voren gericht heeft. Het achterlijf van de stier ontbreekt. De stier staat model voor het begin van iets. Vaak ook een symbool van vruchtbaarheid. De eerste Hebreeuwse letter is de aleph, die als betekenis “hoofd van een stier” heeft. Onze eerste letter is een “A”. Dit is een symbolische afbeelding van een stotende stierenkop (een omgekeerde A).

Eén van de vier dieren is een kalf (jonge stier/os), Openbaring 4: 7. Een stier werd ook vaak als offerdier gebruikt (Hebreeën 9: 13; 10: 4), hetgeen op vernedering wijst. Hier echter heeft de stier betrekking op macht en overwinning.

  • Denderah: Isis = hij, die redt/bevrijdt en Apis = het hoofd, overste.
  • Hebreeuws: Shur = ; houdt verband met sar = = vorst.
  • Hebreeuws: Reem = oar (in Statenvertaling helaas met “eenhoorn” vertaald waar oeros, of wilde stier is bedoeld). Houdt verband met roem = = verhogen, verhoging. De stier wijst op de vorst, die verhoogd is en zal worden: Christus Jezus. Hij zal de vijandschap omverwerpen.
  • Chaldeeuws: Tor = (Ezra 6: 9,17).
  • Arabisch: Al Thaur = de stier.
  • Grieks: Tauros.

Bijbehorende sterren

  1. Al Debaran = de leider, heerser = Christus als de Koning der koningen.
  2. El Nath = verwond, geslacht; herinnering aan vroeger: Jezus als offer ter wille van de zonde.
  3. Pleiaden (groep van sterren) op de nek van de stier afgebeeld = de gemeenschap, die bij de rechter/heerser hoort. Omschrijving van de gemeente, die bij Christus, de Rechter over levenden en doden, hoort.
    In Statenvertaling met “zevengesternte” vertaald (Hebreeuws: kimah = ) = de opeenhoping).
    Kimah is ook af te leiden van kamah = = verlangen (Psalm 63: 2).
    Het zevengesternte wordt in Job 9: 9; 38: 31,32 en Amos 5: 8 genoemd.
  4. AI Cyone (Arabisch) = het centrum (in het midden van het zevengesternte).
    Deze ster is een uitbeelding van Christus, in het midden van de gemeente.
    In het Syrisch heet het zevengesternte Succoth = hutten (Hebreeuws = = Loofhuttenfeest = koninkrijk. Het zevengesternte is een uitbeelding van de gemeente (vergelijk Openbaring 2, 3, de zeven gemeenten).
  5. Hyades = een andere groep sterren (in de kop van de stier) = de verzamelden. Ook een omschrijving van de gemeente, die rond Christus verzameld is.
  6. Palilicium = behorend tot de rechter.
  7. Wasat (Arabisch) = zetelend, tronend; of: “centrum” of “fundament”.
  8. AI Thuraiya = de menigte, overvloed.
  9. Vergiliae (Latijn) = het centrum.
  10. Vertex = rond gerold.

De Stier is een uitbeelding van Christus met Zijn gemeente, Die uitgaat om te heersen en recht te spreken (Openbaring 22: 12; 1 Korinthe 6: 2 – 3).
Van het zevengesternte wordt in de mythologie gezegd, dat het zeven maagden waren, die door Orion bemind werden. Ze werden veranderd in zeven witte duiven. De overdrachtelijke betekenis wijst naar de gemeente: maagd = volmaakt in Christus; duif = Heilige Geest; zeven wijst op zeven gemeenten, voltooiing. Orion = het Licht, dat verschijnen zal.

Deuteronomium 33: 16,17: Jozef vergeleken met os/oeros. Jozef kreeg eerstgeboorterecht (later: Efraïm) en werd koning in Egypte. Beeld van de Heer, Die na Zijn vernedering als Heerser over de wereld zal terugkeren.

Psalm 44: 5,6
5
Gij Zelf zijt mijn Koning, o God! gebied de verlossingen Jakobs.
6 Door U zullen wij onze wederpartijders met hoornen stoten; in Uw Naam zullen wij vertreden, die tegen ons opstaan.

Eerste decade: Orion

Orion wordt in de Bijbel genoemd in dezelfde teksten als het zevengesternte.
Het Hebreeuwse woord is kesiel = = sterke man, held of reus.
De Latijnse naam is af te leiden van het Hebreeuwse woord “oor” =  = licht. Orion = het komende Licht (Jesaja 9: 1). Orion werd oorspronkelijk als Oarion gespeld.
Orion wordt afgebeeld met een knots in de rechterhand en een kop van een leeuw in de linker.
Hij draagt een zwaard aan zijn gordel. De voet is boven de vijand (Lepus) gesteld.

Denderah: Ha-ga-t = dit is hij, die triomfeert.
Eronder staat het woord Oar (= Licht).

Akkadisch: Ur-ana = het licht van de hemel.
Christus is het Licht der wereld, Dat in de toekomst verschijnen zal als de rechtvaardige Rechter en elke vijandschap zal vernietigen.

Jesaja 60: 1-3
1
Maak u op, word verlicht, want uw Licht komt, en de heerlijkheid des HEEREN gaat over u op.

2 Want zie, de duisternis zal de aarde bedekken, en donkerheid de volken; doch over u zal de HEERE opgaan, en Zijn heerlijkheid zal over u gezien worden.
3 En de heidenen zullen tot uw licht gaan, en koningen tot den glans, die u is opgegaan

De leeuw, die door Christus overwonnen is, is een beeld van de satan, die rondging als een briesende leeuw (1 Petrus 5: 8). Ook het beest uit de zee wordt met een leeuw vergeleken (Openbaring 13: 2). Daniël werd uit de kuil der leeuwen verlost (Daniël 6).
Dit is een beeld van de dood, die in de macht van satan is (Hebreeën 2: 15).

Bijbehorende sterren

  1. Betelgeuz = het komen (verschijnen; Maleachi 3: 2) van de tak.
  2. Rigel of Rigol (in de linkervoet) = de voet, die vermorzelt.
  3. Bellatrix = haastig verwoestend.
  4. AI Nitak = de verwonde.
  5. Saiph = vermorzeld.
  6. Al Rai = de verbreker (ook in Cepheus).
  7. Thabit (Hebreeuwse herleiding onbekend) = vertredend.
  8. Al Giauza = de tak.
  9. AI Gebor = de machtige (Hebreeuws: giboor = = machtige man, held; Jesaja 42: 13 – 14).
  10. Al Mirzam = de heerser.
  11. Al Nagjed = de vorst, prins.
  12. Niphla (Chaldeeuws) = de machtige.
  13. Nux = de sterke.
  14. Heka = komende.
  15. Meissa = voortkomende.
  16. Mintaka = verdelend.
  17. Al Nilam = het parelsnoer.

Tweede decade: Eridanus

Eridanus is een rivier, die onder de voet van Orion ontspringt en langs Cetus stroomt. In de mythologie is Eridanus een rivier van vuur. Men heeft er later een rivier met water van gemaakt. Deze rivier van vuur leidt tot de hades (het dodenrijk) en de poel des vuurs. Cetus (het beest uit de zee – Openbaring 13: 1; de kleine hoorn; Daniël 7/8) probeert tevergeefs de stroom van vuur tegen te houden.

Daniël 7: 9-11
9
Dit zag ik, totdat er tronen gezet werden, en de Oude van dagen Zich zette, Wiens kleed wit was als de sneeuw, en het haar Zijns hoofds als zuivere wol; Zijn troon was vuurvonken, deszelfs raderen een brandend vuur.
10 Een vurige rivier vloeide, en ging van voor Hem uit, duizendmaal duizenden dienden Hem, en tien duizendmaal tien duizenden stonden voor Hem; het gericht zette zich, en de boeken werden geopend.
11 Toen zag ik toe vanwege de stem der grote woorden, welke die hoorn sprak; ik zag toe, totdat het dier gedood, en zijn lichaam verdaan werd, en overgegeven om van het vuur verbrand te worden.

Vergelijk ook Psalm 97: 1-5 en 50: 3; Habakuk 3: 3-5; Jesaja 30: 2-33; 66: 15 – 16 en 2 Thessalonicenzen 1: 7 – 8.

Eridanus is de Latijnse naam, die geen betekenis heeft. Via het Hebreeuws is het “de rivier van de Rechter” (Dan = ).
Denderah: Pehta- t = de monding van de rivier.
Peh (Hebreeuws: ). Het is de mond van het dodenrijk.

Bijbehorende sterren

  1. Achernar = het laatste gedeelte van de rivier.
  2. Cursa = neergebogen.
  3. Zourac (Arabisch) = meestromend (naar de poel des vuurs).
  4. Ozha = de voortgaande.

Derde decade: Auriga (de herder)

Wij noemen het sterrenbeeld “voerman”, naar aanleiding van het Latijn, dat “koetsier” betekent. Het is echter een herder. De Griekse naam is Heniochos, dat ook “voerman” betekent. Beter af te leiden van een Hebreeuwse stam, die “herder” betekent = afgeleid van of (roï). De afbeelding toont een herder, met een geitenbokje (met twee jongen) op de schoot. In de rechterhand draagt hij een band,waarmee de geitenbok vastzit. Auriga is een beeld van Christus als de Herder, Die Zijn kudde bijeenroept.

Jesaja 40 : 10, 11
10
Ziet, de Heere HEERE zal komen tegen den sterke, en Zijn arm zal heersen; ziet, Zijn loon is bij Hem, en Zijn arbeidsloon is voor Zijn aangezicht. Hij zal Zijn kudde weiden gelijk een herder;
11 Hij zal de lammeren in Zijn armen vergaderen, en in Zijn schoot dragen; de zogenden zal Hij zachtjes leiden.

Vergelijk Ezechiël 34: 22-24, 30,31; 37: 24.

Auriga is een beeld van Jezus Christus als de goede Herder (Johannes 10). Hij is de grote Herder der schapen (Hebreeën 13: 20), Die als de overste Herder zal verschijnen. (1 Petrus 5: 4).

Denderah: afgebeeld als man met een scepter, die Trun (= scepter of kracht) genoemd wordt. De top van die scepter is een kop van een geit. Onderaan eindigt de scepter in een kruis. Bij de Egyptenaren was het kruis een teken van leven. Uitbeelding van Christus, Die komt om te heersen (scepter). Hij was Degene, Die geslacht werd (kruis), maar ook is opgestaan.

Bijbehorende sterren

  1. Alioth (Hebreeuwse herleiding onbekend) = geit (vrouwelijk). Zelfde ster in het Latijn heet Capella, met dezelfde betekenis.
  2. Menkilinon = de band van de geit.
  3. Maaz = een kudde geiten (kleinvee).
  4. El Nath = de verwonde, geslachte. De Goede Herder heeft Zijn leven voor de schapen gegeven (Joh.10: 11).
  5. Aiyuk = verwond.
  6. Gedi (Hebreeuws = ) = bokje.


X Gemini
(Tweelingen)

Gemini wordt afgebeeld als twee jongemannen, waarvan de linker een knots in zijn hand houdt. De rechter jongeman draagt een harp in zijn linkerhand en een pijl met boog in zijn rechterhand. De linker jongeman legt zijn hoofd op de schouder van de andere. De tweeling is bekend onder de namen Castor en Pollux. De knots en de pijl en boog zijn een beeld van wapens, die dienen ter onderwerping van de vijand. Ze zijn nu in rust afgebeeld; de vijand is reeds onderworpen. De harp wijst op lofprijzing. Het wijst op de eer, die Christus toekomt. In Handelingen 28: 11 wordt de Griekse naam genoemd.

Handelingen 28 : 11
En na drie maanden voeren wij af in een schip van Alexandrië, dat in het eiland overwinterd had, hebbende tot een teken, Kastor en Pollux.

In het Grieks staat er: Dioskouroi; in het Nederlands “de Dioscuren” genoemd. Castor en Pollux waren zonen van Zeus en Leda (in de gedaante van een zwaan verwekt). Het woord “teken” verwijst naar het teken op de dierenriem. Pollux betekent “richter” en Castor betekent “geboren uit het licht”.

Beide namen zijn van toepassing op de Christus. Jezus Christus is de Rechter. Hij werd door God, Die Licht is, verwekt en opgewekt. Het schip van Paulus is een beeld van de gemeente. Het is de plaats waar de gelovigen veilig zijn op de wateren (volkeren). Nadat hij uit het schip was gegaan, schreef Paulus hoofdzakelijk over de eenheid tussen de gelovige en Christus.

Castor en Pollux worden beschouwd als de beschermgoden van de zeevaart. Volgens een overlevering hebben zij de zeeën van de piraten vrijgemaakt. Zij vertoonden zich als gidsen van de zeevarenden, aan wie zij verschenen als het Sint Elmsvuur. Zij hadden te maken met de scheepvaart. Dit is in overeenstemming met de betekenis van het teken Gemini.

Denderah: Twee menselijke figuren, die wandelend aankomen.
Naam: Clusus of Claustrum Hor = De plaats van Hem, Die komt. Hier blijkt de ene figuur een vrouw en de andere een man te zijn. Toch samen gezien als een man.
De gemeente en Christus hebben wel de verhouding vrouwelijk t.o.v. mannelijk, maar bij de vereniging wordt dit als Man gezien (Efeze 4: 13 volkomen man/mannelijke rijpheid).

  • Arabisch: Al Tauman = de verenigde.
  • Koptisch: Pi-Mahi = verenigd (zoals vriendschap of broederschap).
  • Hebreeuws: Thaumim = = verenigd, aan elkaar gekoppeld.
    Het woord komt in Exodus 26: 24 en 36: 29 voor.

Exodus 26 : 23, 24
23
Ook zult gij twee berderen maken tot de hoekberderen des tabernakels, aan de beide zijden.
24 En zij zullen van beneden als tweelingen samengevoegd zijn; zij zullen ook als tweelingen aan het oppereinde deszelven samengevoegd zijn, met een ring; alzo zal het met de twee berderen zijn; tot twee hoekberderen zullen zij zijn.

in dit Schriftgedeelte is het woord “thaumiem” met “als tweelingen samengevoegd zijn” vertaald. Een ring is een type van de eeuwigheid. De twee berderen zijn voor eeuwig samengevoegd. Beeld van Christus en de gemeente (Efeze 5). De tabernakel is een beeld van de gemeente, het huis Gods. De gelovigen zijn de planken (berderen). De gelovige is één plant met Christus geworden (Romeinen 6: 5). Het Hoofd hoort bij het lichaam, zoals Christus en de gemeente.

Die verhouding kan ook Man(nelijk) en vrouw(elijk) genoemd worden.
De gemeente is daarmee nog geen vrouw, maar zij is vrouwelijk ten opzichte van Christus. De gemeente is voor eeuwig aan Christus gekoppeld. Het gaat om de eenheid tussen Christus en de gemeente. Wanneer de gemeente met Christus verenigd is, zal zij met en namens Hem heersen en rechtspreken (1 Korinthe 6: 2 – 3). Na de opname van de gemeente is het Hoofd met het lichaam verenigd. Dan is er sprake van één volkomen Man.

Bijbehorende sterren

  1. Apollo = heerser of rechter.
  2. Hercules = hij, die komt om te arbeiden; arbeid: regeren als de Koningen rechtspreken als de Rechter.
  3. AI Henah (in linkervoet) = verwond; terugverwijzing naar kruis. Een andere vertaling is: “een brandmerk”.
  4. Waset = de gestelde, de tronende (in het centrum); vergelijk Jesaja 32: 1.
  5. Mebsuta = vertredend onder de voet.
  6. Propus = de spreidende tak.
  7. AI Giauza (Arabisch) = de palmtak = koningschap; ook beeld van gelovig overblijfsel (= de gemeente).
  8. AI Dira (Arabisch) = het zaad of de tak (spruit); Jeremia 23: 5 – 6 ; Jeremia 33: 15.

Eerste decade: Lepus (haas)

Lepus is Latijn voor haas. Het dier heeft echter te kleine oren voor een haas. In Denderah afgebeeld als een onreine vogel, die op een slang staat; onder de voet van Orion.
De Egyptische naam is Basthi-beki. Betekenis: Basthi = verwarren, dooreengooien; Beki = mislukken, falen, ontbreken of tekortschieten. Verwarring, waardoor men tekortschiet. Deze naam houdt verband met het Griekse woord “diabolos”= duivel (letterlijk: door elkaar werpen).

De duivel probeert het Woord van God te verwarren.
Lepus mag dan in het Latijn “haas” betekenen, maar in werkelijkheid wordt hier de duivel voorgesteld. Een haas is overigens positief, vanwege zijn grote oren die horen naar het Woord van God. De juistheid van de afbeelding is derhalve twijfelachtig. Het gaat om de vijand, die onder de voet van Orion (Christus als het Licht) vertreden wordt, bij Zijn wederkomst. De satan wordt bij de komst van Christus vernederd (Tweeling: Hoofd en Lichaam verenigd als de Christus).

  1. Openbaring 12: 7-9 = uit de hemel geworpen (bij vereniging: opname van de gemeente).
  2. Openbaring 20: 1-3 = geketend in de afgrond geworpen.
  3. Openbaring 20: 10 = in de poel des, vuurs geworpen.

Bijbehorende sterren

  1. Arnebo () = de vijand (ar = ; 1 Samuël 28: 16; Psalm 139: 20) van Hem, Die komt (Niffal van boo = =komen) = de vijand (de satan) van Christus (de Komende = Boötes).
  2. Arnebeth (Arabisch) = zelfde betekenis.
  3. Nibal = Hij, die gek/dwaas is (Hebreeuws: ).
  4. Rakis = gebonden, geketend (verwijzing naar Openbaring 20: 1-3).
  5. Sugia = de verleider; kenmerk van de satan (Openbaring 12: 9; 20: 3,10).

Tweede decade: Canis Major (de grote hond)

Dit sterrenbeeld wordt ook wel genoemd naar de helderste ster ervan: Sirius (De vorst). Canis Major wordt links van Lepus afgebeeld. Canis betekent “hond” Major betekent “groot”; vandaar “de grote hond”. Daartegenover staat de derde decade, die Canis Minor (de kleine hond) heet.

Akkadisch: Kasista = de Leider = Christus, de overste Leidsman (Hebreeën 12:2). In Denderah wordt hij Apes genoemd, hetgeen “hoofd” betekent. Er is een havik (Hebreeuws: neetz = ; Leviticus 11: 16; Deuteronomium 14: 15 en Job 39: 26) afgebeeld. De havik geeft hetzelfde beeld als de arend. Het is een roofvogel, die zijn prooi verscheurt. Hier een beeld van Christus, Die de vijand verscheurt. Hij is tevens het Hoofd. Christus is als een Hoofd boven alle dingen gesteld (Efeze 1: 22). Hij is het Hoofd van het Lichaam (Kolossenzen 1: 18).

Van oorsprong gaat het echter niet om een hond, maar om een wolf. Zo is het ook in Perzië afgebeeld; de naam is dan Zeëb. Het is dezelfde naam als in het Hebreeuws (= ), dat “wolf” betekent (o.a. Jeremia 5: 6; Ezechiël 22: 27; Habakuk 1: 8 en Zefanja 3: 3). In het Arabisch betekent het “snelkomend” (als in de jacht). Van de hond wordt wel gezegd, dat het de jachthond van Orion was, die achter de haas aanzat. De wolf geeft hetzelfde beeld als de havik weer. Hij komt snel om te verscheuren. Hier is het de vijand: de satan. Canis major (type van Christus) is afgebeeld met zijn voorpoten uitgestrekt naar Lepus (type van de duivel).

Bijbehorende sterren

  1. Sirius = vorst (Hebreeuws: sar = = Christus, de Vorst des leven (Handelingen 3:15), de Vorst en Zaligmaker (Handelingen 5: 31). Vergelijk het Engelse “Sir” (als titel) en ons woord “sire” (voor “koning”).
    In Rusland heette dat “tsaar”. Christus is de Vorst der vorsten (Daniël 8: 23, Daniël 8: 25). Sirius is de helderste ster aan de hemel.
    De Egyptische naam Osyris betekent “Verlosser”. Deze naam houdt ongetwijfeld met Sirius (vorst) verband. De Vorst is de Verlosser. Osyris wordt afgebeeld als een mens met een havikskop. Van hem worden dezelfde dingen verteld als in de Bijbel van Jezus Christus. Hij komt om de mensheid te redden, te verlossen van de slang, nieuw leven te geven. Hij was geboren uit de maagd, enzovoorts.
    In het Perzisch Tistrya of Tistar genoemd = Het hoofd van het oosten (oorsprong). In het Nederlands wordt Sirius wel de “hondster” genoemd, omdat het de belangrijkste ster van dit sterrenbeeld is
  2. Mirzam = de heerser, prins/vorst; (vergelijk Jesaja 55: 4)
  3. Wesen = de schijnende, stralende; (vergelijk Openbaring 22: 16: de blinkende Morgenster.)
  4. Adhara = de glorierijke, verheerlijkte (vergelijk Johannes 13: 31,32; 17: 1,5; Handelingen 3: 13).
  5. Aschere (Hebreeuwse herleiding onbekend) = Hij zal komen (de wederkomende Heer).
  6. AI Shira Al Jemenija = de vorst (Hebreeuwse “sar” = = vorst) van de rechterhand (= Hebreeuwse “jamien” = ) = type van de verhoogde Christus, ter rechterhand Gods (Efeze 1: 20 – 21).
    Rechterhand duidt op de hemelse kant = heerschappij over de hemelen.
    In de derde decade (Canis minor) is een ster met de naam Al Shira Al Shemeliya, hetgeen “de vorst van de linkerhand” betekent. Heerschappij over de aarde.
  7. Seir (Egyptisch) = de vorst (Lijkt op het Hebreeuwse Seïr =  = harig = machtig).
  8. Abur (Hebreeuws: ) = de machtige; van toepassing op de God van Jakob (Genesis 49:24; Psalm 132: 2,5; Jesaja 1: 24; 49: 26 en Jesaja 60: 16).
  9. AI Habor (Arabisch) = de machtige; (vergelijk Jesaja 9: 6).
  10. Muliphen (Arabisch) = de overste, leider (vergelijk Openbaring 7 :17).

Dit sterrenbeeld geeft Christus (Hoofd + lichaam verenigd) weer als, de komende Heerser, de Vorst der vorsten, Die de vijand overwint.

Derde decade: Canis Minor (de kleine hond)

Canis Minor is afgebeeld als een kleinere hond, die met zijn kop in de richting van Gemini (Tweelingen) kijkt. De afbeelding van een hond is, evenals in Canis Major, eigenlijk onterecht. We vinden het slechts in de afbeelding en de Latijnse naam terug. In de overige betekenissen en namen treffen we er geen verwijzing naar. De hond zou een vervaging van de wolf kunnen zijn.

In Denderah is een menselijk figuur met een havikskop afgebeeld; zelfde gedachte als bij Canis Major. De naam is Sebak, hetgeen “overwinnaar” betekent. Christus is de Overwinnaar. De gelovige in méér dan overwinnaar in Christus (Romeinen 8: 37).

Vergelijk Openbaring 5: 5 “de Wortel Davids heeft overwonnen”, Openbaring 17: 14 “Het Lam zal ze (het beest en de tien koningen) overwinnen”.

Bijbehorende sterren

  1. Procyon = de Verlosser (Job 19: 25; Psalm 19: 15; Jesaja 44: 6; 49:26 en Handelingen 7: 35).
  2. AI Gomeisa (Arabisch) = “belast” (last op de schouders; Jesaja 9: 5 – 6:heerschappij) of “dragend” (van anderen).
  3. AI Mirzam = de Heerser (Daniël 5: 21; Micha 5: 1; Judas 1 : 4 en Openbaring 6: 10).
  4. AI Gomeyra = Hij, die voltooit, voleindigt = Hebreeuws: gamar = . (Psalm 57: 3 en Psalm 138: 8)
  5. Al Shira Al Shemeliya = de Vorst van de linkerhand = heerschappij over de aarde (Mattheüs 28: 18, macht in hemel en op aarde). Sar = (vorst) en semool = (links/-linkerhand). Macht van rechteren linkerhand kan ook wijzen op de macht van Christus en Zijn gemeente.

Canis Major en Canis Minor beelden uit: De Christus als de Vorst over hemel en aarde (Mattheüs 28: 18), de Overwinnaar en Verlosser.


XI Cancer
(Kreeft)

Cancer is als een krab afgebeeld. Of de oorspronkelijke afbeelding ook een krab/kreeft was, is niet zeker. In de Egyptische Zodiac van Denderah, in die van Esneh zowel als in de Hindoe-zodiac (400 jaar vóór onze jaartelling) is de afbeelding een Scarabaeus. Dit is een soort kever, die heilig geacht werd. De eitjes worden in de aarde gelegd. Zijn bestaan begint als een wormachtig dier op de aarde, die later als kever kan vliegen. De Egyptenaren beschouwden dit als een beeld van de opstanding van het lichaam.

De betekenis van Cancer is “vasthouden”. Het gaat daarbij om de scharen van de krab, die iets kunnen vasthouden. Hier heeft dat geen negatieve betekenis. De Arabische naam is AI Sartan, dat “de (vast)houder” of “(samen)binder” betekent. Het kan afgeleid worden van het Hebreeuwse “asar” = , dat “(samen)binden” of “vastbinden” betekent.

  • Syrisch: Sartano = de houder of binder.
  • Grieks: Karkinos = vasthoudend of omcirkelen = in het Grieks woord voor “kreeft” en overdrachtelijk voor “tang” of een soort “boeien”. Vanwege deze betekenis heeft men het sterrenbeeld toegepast op een krab.
  • Akkadisch: Su-kul-nu = “degene, die grijpt” of “bezitter van het zaad”.
  • Egyptisch: Klaria = kudden vee. Een kudde komt overeen met wat omcirkelt wordt,bijvoorbeeld in een schaapskooi. De kudde moet bewaakt worden door de herder, die zijn hond rond de kudde laat gaan om de dieren bij elkaar te houden. Die gedachte zit ook in het samenbinden.

Cancer bestaat uit Can en Cer. Can komt van Khan, dat met “herberg” (= rustplaats, schuilplaats) vertaald wordt en Cer of Ker is Arabisch voor “omsluiten” of “omcirkelen”. Beide begrippen geven aan: “hetgeen omsloten wordt en rust vindt”. Dat is de betekenis van dit sterrenbeeld.  Het gaat om de herberg, de veilige rustplaats, die door de Heer omvat (vastgehouden) wordt.

De krab of kreeft, evenals het woord kanker, heeft in onze taal een negatieve gevoelswaarde. Dat is hier niet het geval. Mijns inziens is dit sterrenbeeld een type van de schare, die niemand tellen kan (Openbaring 7: 9-17). Het is een schare, die rust gevonden heeft in de omcirkeling (bescherming) van de Heer.

Bijbehorende sterren

  1. In het midden van dit sterrenbeeld is een groep sterren, die Praesepe genoemd wordt. Dit betekent: “een menigte” (= nageslacht). Hij wordt ook met M44 aangeduid. Moderne astronomen noemen het ook “de bijenkorf”. Sommigen beschouwen Praesepe als een kribbe (ruif); mede naar aanleiding van de beide sterren, die er bij staan. Asellus Boreus (de noordelijke ezel) en Asellus Australis (de zuidelijke ezel). Een ezel is een beeld van een gelovige. Twee groepen van gelovigen, die samen een menigte vormen (gelovigen uit Israël en uit de volkeren?).
  2. Tegmine = (vast)houdend.
  3. Acubene = “schuilplaats” (vergelijk Psalm 91: 1; 119: 144) of “hutten” (tabernakel; vergelijk Openbaring 7: 15 “Die op de troon zit, zal bij hen tabernakelen”).
  4. Ma’alaph = verzameling van duizenden. (Hebreeuws: elef = = duizend).
  5. Al Himarein = de jonge geiten of lammeren = kleinvee; beeld van gelovigen, die in de schuilplaats des Allerhoogsten zijn.

De betekenis van dit sterrenbeeld wordt toegelicht door de drie decaden, te weten Ursa minor (de kleine beer), Ursa Major (de grote beer) en Argo (het schip).

Eerste decade: Ursa Minor

Ursa Minor betekent “de kleine beer”. Deze is afgebeeld onder Cepheus en Draco. Ursa Major is boven Cancer getekend. De grote beer is meestal wel bekend van de sterren, die een “steelpan” vormen. In de kleine beer komt de poolster, Al Ruccaba, voor. De afbeeldingen geven zogenaamd een beer aan. In de oude zodiacs komt geen beer voor. Bovendien heeft een beer niet zo’n lange staart. We hebben niet te maken met een beer. Het misverstand is ontstaan naar aanleiding van een vertaalfout. Het gemakkelijkst is dit aan te geven via de vertaling van de helderste ster in Ursa Major. Deze heet Dubheh, hetgeen “kudde” betekent.

In het Arabisch is het Dubah, dat “vee” betekent. Dit woord houdt weer verband met het Hebreeuwse “dover” = dat “kudde” betekent (Jesaja 5: 17 en Micha 2: 12). De stam van dit Hebreeuwse woord is “doov” = dat met “beer” vertaald wordt. Hetzelfde geldt voor het Arabische “dub” en het Perzische “deeb” of “dob”. “Dover” (=) is verward geworden met “doov” (= ). Een kudde werd tot een beer. Het begrip “kudde” past ook veel beter bij de beschrijving van Cancer. De grote beer is dus een grote kudde en de kleine beer is een kleine kudde. De term “klein kuddeken” komt in Lukas 12: 32 voor en is van toepassing op gelovigen, die het koninkrijk van God beërven.

Bijbehorende sterren

  1. Al Ruccaba (de poolster) = degene, die bereden wordt, waaromheen gedraaid wordt. In andere naslagwerken wordt het vertaald met “knie”.
    Een knie is een draaipunt. De poolster staat in het noorden, de plaats van de kroon. Het draait om de heerschappij.
    Andere naam: Kunosoura = hoog verrezen; Filippenzen 2: 9 “Jezus Christus uitermate verhoogd”. De kleine kudde kent zeven sterren (Latijn: Septentriones), die om de poolster draaien. Oudere naam: Ogiela = wielen (Hebreeuwse “gal” = ) verwijzing naar wedergeboorte.
    De kleine kudde is een uitbeelding van hen, die wedergeboren zijn en zich in het noorden, de plaats van de heerschappij, bevinden. Die kudde is een uitbeelding van de gemeente, die om Christus vergaderd is (vergelijk 1 Petrus 5: 2 – 3).
    Al Ruccaba is een type van Christus als Hoofd van de gemeente.
  2. Kochab = verwachtende, degene, die komt = komst van de Christus in heerlijkheid.
  3. Al Gedi = het (geiten)bokje offer van Christus.
  4. Al Kaid = de verzamelden = gemeente rondom de Heer verzameld.
  5. AI Pherkadain = de verloste vergadering = gelovigen van de gemeente.
  6. Arcas of Arctos = reisgezelschap; kudde, namelijk van gelovigen.

Tweede decade: Ursa Major

Ursa Major wordt met “de grote beer” vertaald. Het is een grote kudde. In Denderah is hij afgebeeld als een vrouw met een kop van een zwijn. Een zwijn is in Egypte geen onrein dier. Een zwijn heeft, evenals een havik, de reputatie om slangen op te sporen en te overwinnen. Het zwijn vermorzelt de kop van de slang. Het dier heeft met de aarde te maken. Het is de vrouw, die de overwinning op de slang heeft behaald. Dit is een verwijzing naar een gelovig Israël. Deze vrouw wordt afgebeeld met een ploegschaar (omwoelen van de aarde). De roeping van Israël is met betrekking tot de aarde.

  • Egyptisch: Fent kar = de slang onderworpen.
  • Hebreeuws: Ash = (Job 9: 9).
  • Arabisch: AI Naish of Annaish = de tezamen vergaderden, (zoals een schaapskudde).

De kudde is een type van Israël, wat betreft het kleinvee (schapen); vergelijk Psalm 100:3; 95: 7; Zacharia 10: 3 en Johannes 10: 16); vergelijk ook Ezechiël 34: 12-16.
Als het om grootvee gaat, is het op de gelovigen uit de volkeren van toepassing. Dat is de “schare, die niemand tellen kan (Openbaring 7: 9-17).

Bijbehorende sterren

  1. Dubhe = een kudde dieren.
  2. Merach = de kudde.
  3. Phacda of Phaeda = bewaakt of geteld (de schapen). Zowel sterren als schapen zijn een beeld van Israël en beide worden in verband gebracht met tellen.
  4. Alioth = een geit (behorend tot het kleinvee).
  5. Mizar = afgezonderd of klein; Israël afgezonderd van de volkeren en gezien als kleinvee.
  6. Al Cor = het lam (behoort tot kleinvee); wordt “het ruitertje” genoemd.
  7. Benet Naish = de dochters (Hebreeuws banooth = ) van de vergadering = gemeente van Israël (dochters van Zion).
  8. Al Kaid = de verzamelden.
  9. Thalitha = meisje (Markus 5: 41: “Talitha kumi = meisje, sta op!” = type van de wedergeboorte van Israël.
  10. El Acola (Arabisch) = de schaapskudde.
  11. Megrez = afgescheiden (Israël afgezonderd van de volkeren).
  12. El Kaphrah = beschermd, bedekt (Hebreeuws:kaphar = = verzoend).
  13. Dubeh Lachar (Arabisch) = de laatste kudde. Israël de laatste kudde, de gemeente de eerste.
  14. Helike = reisgezelschap; kudde.
  15. Amaza = komende en gaande.
  16. Calisto = de aangewezen (bepaalde) schaapskudde.

De grote kudde heeft betrekking op de gelovigen uit Israël in de wederkomst van Christus.

Derde decade: Argo (het schip)

Argo wordt in de hoek van de kaart afgebeeld als een schip met gehesen zeilen en roeiriemen. Op de voorkant van het schip is de kop van een leeuw en op de boeg die van een man afgebeeld. Het schip is op de terugweg. Argo zou “reisgezelschap” betekenen. In de mythologie is er een verhaal over dit schip. De reis van de Argonauten onder leiding van Jason, de kapitein. Jason en zijn 50 metgezellen voeren met het schip Argo naar Aea om het gulden vlies terug te halen, dat door Phrixus in een woud van Ares was opgehangen.

Jason is een vergriekste vorm van de Hebreeuwse naam voor Jozua (Jehoshua), waarvan de naam Jezus is afgeleid. Castor en Pollux waren twee van de vijftig deelnemers. Het gulden vlies is de gouden vacht van de ram. De ram was zijn vacht kwijt. Dit is een beeld van het scheren van het Lam, Dat stom was voor Zijn scheerders (Jesaja 53), namelijk de Here Jezus. De Here Jezus verloor Zijn macht, zijn koninkrijk (Daniël 9: 26).

De eerste mens ontdekte, dat hij naakt was, nadat hij gezondigd had. God heeft hem bekleed met een dierenvel (Genesis 3: 21). De mens heeft een bekleding van Godswege nodig. Dat is het gulden vlies. Het duidt op overkleding. Het gulden vlies is een beeld van het eeuwige leven. Het is de rechtvaardigheid van Christus, waarmee een gelovige bekleed wordt.

Jason (Jezus) veroverde het gulden vlies op de slang (de satan) en heeft daardoor eeuwig leven gebracht. Het gulden vlies moest op een honderdkoppige (volgens anderen een negenkoppige) slang veroverd worden. Daarin slaagden zij wel. De grote roerganger Canobus stierf door de beet van een slang. Het kostte zijn leven. In Egypte is Argo weergegeven door twee schepen, zoals er ook twee kudden zijn. Aan de voorkant bevindt zich een ramskop en aan de achterkant een vissenstaart. De ram en de vis beelden de dood en opstanding van Jezus Christus uit.

Bijbehorende sterren

  1. Canobus of Canopus = bezit van Hem, Die komt.
  2. Sephina = de menigte of overvloed.
  3. Tureis = bezit (van de Heer).
  4. Asmidiska = verloste reizigers = gelovigen, die op reis zijn naar de Heer (vergelijk Jesaja 60: 4-9).
  5. Soheil (Arabisch) = het verlangde; hetgeen verlangd werd; gulden vlies is teruggebracht.
  6. Subilon = De tak of korenaar. Kwam ook in sterrenbeeld Maagd voor.


XII Leo
(Leeuw)

Leo is de laatste van de twaalf (hoofd)sterrenbeelden. Hij is afgebeeld als een leeuw in beweging. In Denderah is hij eveneens als een leeuw afgebeeld, terwijl zijn poten een slang vertreden. De naam ervan is Pi Mentekeon, hetgeen “uitgieten” betekent. Hier betrekking hebbend op het uitgieten van de toorn van de Leeuw (Jezus Christus). Die toorn bevindt zich in Crater (schalen of fiolen van gramschap des HEEREN). De drie decaden zijn Hydra (de slang), Crater (de beker) en Corvus (de raaf).

De Leeuw is de koning der dieren. Hij is hier een beeld van de Overwinnaar, namelijk Jezus Christus.

Openbaring 5: 5
“de Leeuw uit de stam van Juda, de Wortel Davids, heeft overwonnen”.

Deze Leeuw bleek een Lam, staande als geslacht, te zijn. (Openbaring 5: 6). In Genesis 49: 9 wordt Juda vergeleken met een leeuw, terwijl in Genesis 49: 10 staat, dat de scepter (koningsstaf) van Juda niet zal wijken. Vergelijk ook Numeri 24: 8,9; Hosea 11: 10 en Amos 3: 4, 8.

  • Egyptisch: Knem = de Overwinnaar = Jezus Christus, Die de satan heeft overwonnen.
  • Arabisch: Al Asad = de leeuw (namelijk degene, die grijpt).
  • Syrisch: Aryo = de verscheurende leeuw.
  • Hebreeuws: Arie = of Arjeeh =

Bijbehorende sterren

  1. Cap Al Asad = het hart van de leeuw.
  2. Regulus = met voeten vertredend. Deze naam betekent in het Latijn “kleine koning”.
  3. Denebola = de komende Rechter. Hebreeuws: dien = = Rechter.
  4. Al Giebha (Arabisch) = de verheerlijking.
  5. Zosma = de stralende.
  6. Deneb Aleced = “De Rechter komt en grijpt” of “de Leeuw is de Rechter”.
  7. Minchir al Asad (Arabisch) = de straffende of verscheurende Leeuw. Dit kan ook opgevat worden als “de verscheurde Leeuw”. Simson verscheurde deze leeuw. In de bek was honing te vinden. De Leeuw uit de stam van Juda werd verscheurd, maar bracht honing (= nieuw leven uit het Woord van God: de gemeente) voort. Die breuk is geheeld. De Leeuw is levend verschenen als de Rechter.
  8. Sarcam = de samenvoegende (einde en begin van de Zodiac).
  9. Al Dafera (Arabisch) = de vijand onderworpen.

Eerste decade: Hydra (de slang)

Hydra is een lange slang, een waterslang, in tegenstelling tot Serpens. Zijn lengte strekt zich uit onder de sterrenbeelden Maagd, Leeuw en Cancer. Hydra betekent eigenlijk “de afschuwelijke”. Hydra is uiteraard een beeld van de tegenstander: de oude slang (Genesis 3: 1), namelijk de satan (Openbaring 12: 9 en Openbaring 20: 2).

Bijbehorende sterren

  1. Al Phard (Cor Hydrae) = de buitengeworpene (in de poel des vuurs: Openbaring 20: 10).
  2. Al Drian = de afschuwelijke.
  3. Minchar al Sugia = de verscheurde verleider.
    De satan is de verleider (Openbaring 20: 3).

Tweede decade: Crater (de beker)

Crater betekent “beker”. De Arabische naam van de beide sterren in de bodem van Crater is Al Ches. Dit betekent ook “beker”. Deze beker heeft als inhoud de toorn van God.

Openbaring 14: 10, 11
10
Die zal ook drinken uit den wijn des toorn Gods, die ongemengd ingeschonken is, in den drinkbeker Zijns toorns; en hij zal gepijnigd worden met vuur en sulfer voor de heilige geesten en voor het Lam.
11 En de rook van hun pijniging gaat op in alle eeuwigheid, en zij hebben geen rust dag en nacht, die het beest aanbidden en zijn beeld, en zo iemand het merkteken zijns naams ontvangt.

Openbaring 16: 19
19
En de grote stad is in drie delen gescheurd, en de steden der heidenen zijn gevallen; en het grote Babylon is gedacht geworden voor God, om haar te geven den drinkbeker van den wijn des toorns Zijner gramschap.

Deze toorn wordt over de slang en haar ondergeschikten uitgegoten. Daarom staat Crater boven op de slang afgebeeld. Het is de toorn van de Rechter, die over de vijand uitgegoten wordt.

Psalm 75: 8, 9
8
Maar God is Rechter; Hij vernedert dezen, en verhoogt genen.
9 Want in des HEEREN hand is een beker, en de wijn is beroerd, vol van mengeling, en Hij schenkt daaruit; doch alle goddelozen der aarde zullen zijn droesemen uitzuigende drinken.

Derde decade: Corvus (de raaf)

Corvus is als een vogel afgebeeld, die op de slang staat. De Hebreeuwse naam is Oreb = . Het waren raven, die Elia aan de beek Krith van voedsel voorzagen (1 Koningen 17: 4 – 6).
De Egyptische naam is Her-na = de vijand verbroken. In de mythologie werd de slang door de raaf opgegeten. De raaf is een aaseter. Hij is een uitdrukking van het leven in deze oude wereld, dat onderhouden wordt door de dood.

Bijbehorende sterren

  1. Al Chibar (Arabisch) = samenvoegend.
  2. Al Goreb (Arabisch) = de raaf.
  3. Minchar al Gorab (Arabisch) = de verscheurende raaf (Spreuken 30: 17). De (zwarte) raaf kan ook opgevat worden als een beeld van de dood. Het Hebreeuwse woord houdt verband met “honger(snood)”. In dat geval is de betekenis van Minchar al Gorab “de verscheurde raaf”. De dood verslindt de slang. Dat is de tweede dood, de poel des vuurs.

Dit is de laatste decade van het laatste sterrenbeeld Leeuw. In de sterrenbeelden (van de Maagd tot en met de Leeuw) werd de strijd tussen het zaad van de vrouw en dat van de slang aangegeven. Christus is de Overwinnaar en heeft alle vijandschap onderworpen. Hij is de Koning der koningen, Die de Eersteling is van de nieuwe schepping.

3. van Maagd tot Leeuw

Mattheüs 1: 18 ,23
18
De geboorte van Jezus Christus was nu aldus; want als Maria, zijn moeder, met Jozef ondertrouwd was, eer zij samengekomen waren, werd zij zwanger bevonden uit den Heiligen Geest.
23 Ziet, de maagd zal zwanger worden, en een Zoon baren, en gij zult Zijn naam heten Emmanuel; hetwelk is, overgezet zijnde, God met ons.

Galaten 4: 4,5
4
Maar wanneer de volheid des tijds gekomen is, heeft God Zijn Zoon uitgezonden, geworden uit een vrouw, geworden onder de wet;
5 Opdat Hij degenen, die onder de wet waren, verlossen zou, en opdat wij de aanneming tot kinderen (= aanstelling tot zonen) verkrijgen zouden. 

1 Korinthe 15: 3 4
3
Want ik heb ulieden ten eerste overgegeven, hetgeen ik ook ontvangen heb, dat Christus gestorven is voor onze zonden, naar de Schriften;
4 En dat Hij is begraven, en dat Hij is opgewekt ten derden dage, naar de Schriften;

Openbaring 5: 5,6
5
En één van de ouderlingen zeide tot mij: Ween niet; zie, de Leeuw, Die uit den stam van Juda is, de Wortel Davids, heeft overwonnen, om het boek te openen, en zijn zeven zegelen open te breken.
6 En ik zag, en ziet, in het midden van den troon, en van de vier dieren, en in het midden van de ouderlingen, een Lam, staande als geslacht, hebbende zeven hoornen, en zeven ogen; dewelke zijn de zeven geesten Gods, die uitgezonden zijn in alle landen. 

1 Korinthe 15: 22-28
22
Want gelijk zij allen in Adam sterven, alzo zullen zij ook in Christus allen levend gemaakt worden.
23 Maar een iegelijk in zijn orde: de eersteling Christus, daarna die van Christus zijn, in Zijn toekomst.
24 Daarna zal het einde zijn, wanneer Hij het Koninkrijk aan God en den Vader zal overgegeven hebben; wanneer Hij zal te niet gedaan hebben alle heerschappij, en alle macht en kracht.
25 Want Hij moet als Koning heersen, totdat Hij al de vijanden onder Zijn voeten zal gelegd hebben.
26 De laatste vijand, die te niet gedaan wordt, is de dood.
27 Want Hij heeft alle dingen Zijn voeten onderworpen. Doch wanneer Hij zegt, dat Hem alle dingen onderworpen zijn, zo is het openbaar, dat Hij uitgenomen wordt, Die Hem alle dingen onderworpen heeft.
28 En wanneer Hem alle dingen zullen onderworpen zijn, dan zal ook de Zoon Zelf onderworpen worden Dien, Die Hem alle dingen onderworpen heeft, opdat God zij alles in allen.

4. De typologische betekenis van de sterrenbeelden en hun decaden, in samenvatting

I Virgo (Maagd) De Heer, Die uit de maagd geboren is; Hij zou neerdalen en nieuw leven voortbrengen door middel van Zijn opstanding.

Decaden: 

  • Coma (vrouw/kind) De moeder en de verlangde Zoon. Het beloofde Zaad van de vrouw (Genesis 3: 15) is de Here Jezus.
  • Centaurus (paard/mens) De Zoon des mensen, Die het koningschap zal verkrijgen.
  • Boötes De Komende, Die zal komen om te oordelen.

II Libra (Weegschaal) Losprijs: Here Jezus gaf Zijn leven als losprijs. Ook: Jezus Christus oordeelt over geloof en ongeloof.

Decaden:

  • Crux (Kruis): Vernedering van Here Jezus; het kruis van Golgotha.
  • Lupus/Victima Slachtoffer: De Here Jezus gaf Zijn leven als een offer.
  • Corona (Kroon) Verhoging: koningschap van Jezus Christus.

III Scorpio (Schorpioen) Beeld van de satan als de tegenstander.

Decaden:

  • Serpens (slang) De satan, de oude slang.
  • Ophiuchus Slangenhouder: Jezus Christus, bedwong satan.
  • Hercules Sterke man van God: Jezus Christus.

IV Sagittarius (Boogschutter) Christus, de Overwinnaar op de satan.

Decaden:

  • Lyra (Harp) De Zoon van God, als Overwinnaar bejubeld.
  • Ara (Altaar) Het vuur van de poels des vuurs.
  • Draco (draak) De satan, de slang, onder Hercules’ (Christus’) voet vertreden.

V Capricornus (Steenbok) Lijden, sterven en opstanding van de Here Jezus Christus.

Decaden:

  • Sagitta (Pijl) Oordeel van God over de Here Jezus, Die voor onze zonden geleden heeft. (Voor ons tot zonde gemaakt is).
  • Aquila (Arend) De Heer, Die Zijn hoge positie (het Gode gelijk zijn) opgaf; menswording tot en met de dood aan het kruis.
  • Delphinus (Dolfijn) Opstanding Jezus Christus; leven uit de dood.

VI Aquarius (Waterman) Christus,Die Zijn Heilige Geest heeft uitgegoten.

Decaden:

  • Piscis Australis Zuidervis: Gelovigen van de gemeente als lichaam van Christus.
  • Pegasus Gevleugeld paard: Christus, Die Zijn lichaam naar de hemel wegdraagt; opname van de gemeente.
  • Cygnus (Zwaan) Gelovigen ontvangen de toekomende erfenis.

VII Pisces (Vissen) Beide naturen van de gelovige.

Decaden:

  • De Band Verbinding tussen oude en nieuwe natuur van de gelovige.
  • Andromeda Geketende vrouw: Israël in ballingschap, gedurende de verborgenheid.
  • Cepheus (Koning) Christus; Koning; Verlosser van de gemeente en van Israël.

VIII Aries (Ram) Christus als het Begin en het Einde; het Lam, dat geslacht is, maar nu staande is.

Decaden:

  • Cassiopeia Vrouw op een troon: koningschap van Israël over de volkeren.
  • Cetus (Zeemonster) Beest uit de zee in de eindtijd.
  • Perseus (Doorbreker) Jezus Christus als de overwinnende Koning.

IX Taurus (Stier) Christus en de gemeente, uitgaande om te heersen en recht te spreken.

Decaden:

  • Orion Jezus Christus als het Licht der wereld, Die tevens de rechtvaardige Rechter is.
  • Eridanus (Rivier) Oordeel van God, dat tot het dodenrijk en de poel des vuurs leidt.
  • Auriga (Herder) Jezus Christus als de Goede – , Grote – en Opperherder, Die Zijn kudde bijeenroept.

X Gemini (Tweelingen) Christus en gemeente samen; Hoofd en lichaam.

Decaden:

  • Lepus (Haas) De duivel is degene, die verwarring brengt, waardoor de mens tekortschiet.
  • Canis Major Christus (Hoofd + lichaam) als de Vorst der (Grote hond) vorsten.
  • Canis Minor Christus, de Overwinnaar en Verlosser.
  • (Kleine hond)

Xl Cancer (Kreeft) Gelovigen van de schare, die niemand tellen kan.

Decaden:

  • Ursa Minor (Kleine beer) Kleine kudde: gemeente, die om Christus vergaderd is.
  • Ursa Major (Grote beer) Grote kudde: gelovigen uit Israël (en volkeren) bij de wederkomst van Jezus Christus.
  • Argo (Schip) Gelovigen, bekleed met gerechtigheid en eeuwig leven, op weg naar hun Heer.

XII Leo (Leeuw) Christus, de Leeuw uit de stam van Juda, de Koning der koningen, Die ook de Rechter is.

decaden:

  • Hydra (Slang) De oude slang, de satan, die overwonnen is.
  • Crater (Beker) Uitgieting van de drinkbeker van de toorn van God.
  • Corvus (Raaf) Leven in de oude wereld, onderhouden door de dood.

https://www.bijbelspanorama.nl/

https://www.bijbelstudie.nl/